Télécharger Imprimer la page

Mark GS+ Livret Technique page 70

Masquer les pouces Voir aussi pour GS+:

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 43
2.3 Gasaansluiting
De installatie van de gasleiding en gaskraan moet voldoen aan de geldende plaatselijke en/of landelijke
voorschriften. De gaskraan, moet zich binnen handbereik vanaf het toestel bevinden [3]. Bij afpersen
van de aansluitleiding boven 60mbar moet deze gaskraan gesloten worden. Pas bij twijfel over
meekomend vuil een gasfilter toe. Blaas in ieder geval de gasleiding volgens de regels door vóór
ingebruikname van het toestel. Indien het toestel moet worden omgebouwd naar een ander type
gas dan aangegeven op de type plaat, moet contact worden opgenomen met de leverancier van het
toestel. Deze kan u adviseren welke onderdelen moeten worden vervangen om het toestel correct
op de gewenste gassoort te laten functioneren. Het omzetten van een bepaalde gassoort is in België
niet toegestaan.
2.4 Elektrische aansluiting
De installatie moet voldoen aan de geldende plaatselijke en/of landelijke voorschriften. Zorg voor
een juiste aansluitgroep met hoofdzekering. Het elektrisch schema zit op het toestel. Voor het type
GS+ is een basisschema te vinden in hoofdstuk 8 en 9 Elektrisch schema. Voor de G+ voorzien van
centrifugaal ventilator zie toestel.
LET OP!:
– Het toestel dient voldoende geaard te zijn. Het toestel moet worden voorzien van een
werkschakelaar die fase en nul (niet de aarde) onderbreekt.
– De werkschakelaar dient ten alle tijde bereikbaar te zijn.
– Absoluut nooit de voeding van het toestel (laten) onderbreken door andere schakelaars.
Dit kan tot oververhitting van het toestel leiden.
– Het toestel is fase-gevoelig.
2.5 Sifon [1]
Op het toestel moet de meegeleverde ketel sifon aangesloten worden. De ketelsifon moet een open
verbinding vormen met de sifon in het afvoersysteem naar het riool. Let op dat de sifon's vorstvrij
worden opgesteld (bevriezingsgevaar).
3.0 Regeling
3.1
Ruimtethermostaat en resetknop
De ruimtethermostaat moet op een hoogte van ca. 1.5 m geplaatst worden en niet direct in de
warme luchtstroom. Sluit de ruimtethermostaat aan middels een afgeschermde datakabel en
volgens het elektrische schema van het toestel. Raadpleeg hierbij ook het technischboek van de
ruimtethermostaat. Bij foute schakeling vervalt de fabrieksgarantie.
LET OP!:
– De maximale lengtes en diameters staan vermeld in de tabel [26].
– Afscherming van de kabel op het toestel aarden.
– Voor het aansluiten van meerdere toestellen zie [25] + [26]
70

Publicité

loading

Ce manuel est également adapté pour:

Gc+G+