Werkomgeving
Vermijd stoffige, vochtige of vuile omgevingen. Vermijd
magnetische velden. Gebruik van het apparaat in
dergelijke omgevingen kan leiden tot storingen in het
circuit.
Gebruik uw apparaat niet tijdens onweer om het te
beschermen tegen eventuele bliksemgevaar.
De ideale werktemperatuur ligt tussen de 0°C en 35°C.
De ideale opslagtemperatuur ligt tussen de –10°C en
+45°C. Extreme hitte of kou kan uw apparaat of
accessoires beschadigen.
Stel uw apparaat niet gedurende langere tijd bloot aan
direct zonlicht (zoals op het dashboard van een auto).
Om uw apparaat of accessoires te beschermen tegen
brand of elektrische schokken, vermijdt u regen en
vocht.
Houd het apparaat weg van hitte- en vuurbronnen, zoals
een kachel, magnetron, kookplaat, waterkoker, radiator
of kaars.
Plaats geen scherpe metalen objecten, zoals pinnen,
nabij de oortelefoon of luidspreker. De oortelefoon kan
deze voorwerpen aantrekken, wat kan leiden tot letsel.
Staak het gebruik van uw apparaat of apps een tijdje als
het apparaat oververhit is geraakt. Als de huid langere
tijd aan een oververhit apparaat wordt blootgesteld,
kunnen er kleine verbrandingssymptomen, zoals rode
plekken en een donkerdere pigmentatie, optreden.
Raak de antenne van het apparaat niet aan. Anders kan
de kwaliteit van de communicatie achteruit gaan.
99