zich de freesketting in het midden van het
geleidingsrail ca. 6 mm laat optillen.
•
Trek de cilinderbout 16 (afb. 2) opnieuw stevig
aan nadat de instelwerkzaamheden zijn
beëindigd.
•
Breng de kettingbescherming 11 opnieuw aan!
4.4 Vervanging kettingwiel
Gevaar
Neem bij alle
onderhoudswerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
•
Bij de wissel van het kettingwiel moet de schroef
in de versnellingsas met de aan de machine
bevestigde zeskantschroevendraaier door een
lichte slag tegen de sleutel worden losgemaakt.
•
Voor de montage gaat u in omgekeerde
volgorde te werk. Steek het nieuwe kettingwiel
zo op de versnellingsas dat de kettingwielgroef
in de cilinderpen grijpt, die dwars door de
versnellingsas is gestoken.
5
Bedrijf
5.1 Ingebruikname
Deze gebruiksaanwijzing moet iedere persoon die
met de bediening van de machine is belast, ter
kennisname worden doorgegeven, waarbij vooral
attent dient te worden gemaakt op het hoofdstuk
"Veiligheidsinstructies".
5.2 In- en uitschakelen
Gevaar
Let erop dat de freesketting vrij
beweeglijk is.
Leid de aansluitleiding naar
achteren weg.
Houd de machine altijd met beide
handen vast!
Schakel de machine alleen in als
de freesketting geen contact met
het werkstuk heeft.
•
Inschakelen:
inschakelblokkering door de blokkeergrendel 4
(afb. 2) naar voren te duwen. Bedien vervolgens
de schakelhendel 3. Omdat het zich om een
schakelaar zonder blokkering handelt, draait de
machine enkel zo lang als deze schakelaar
wordt ingedrukt.
•
Uitschakelen: Laat de schakelhendel 3 los. De
inschakelblokkering wordt hiermee automatisch
weer actief en beveiligt de machine tegen een
onopzettelijk inschakelen.
Inschakelprocessen veroorzaken
een korte spanningsreductie. Bij
ongunstige netvoorwaarden
kunnen belemmeringen van andere
toestellen optreden.
Bij netimpedanties kleiner dan
0,27 Ohm zijn geen storingen te
verwachten.
5.3 Instelling dwarsaanslag
De afstand van het pengat ten opzichte van de
kraagzijde is met de dwarsaanslag 6 (afb. 2) van 8 tot
150 mm traploos instelbaar.
•
Maak de spanhefboom 8 los en stel de afstand
in op schaal 7n. Houd rekening met de
afleeskant al naar gatbreedte 30, 35 of 40 mm!
•
Span de spanhefboom 8 vervolgens opnieuw
stevig aan. De klemhendel kan worden versteld
en kan door omhoog trekken in iedere gewenste
spanpositie worden gebracht.
5.4 Instelling van de freesdiepte
De diepte van het pengat kan traploos worden
ingesteld.
•
Maak de spanhefboom 10 (afb. 2) los en stel de
diepteaanslag 9 in met een meetstaaf.
•
Trek de spanhefboom 10 aan (verstelbaar zoals
8) - niet in de freesrichting stellen! De
steekdiepte is afhankelijk van de te gebruikende
freeskettinggarnituur.
5.5 Werkwijze
Houd voor het frezem de machine vast aan beide
handgrepen 1 en 2 (afb. 2) en leid ze - de
dwarsaanslag 6 moet tegen het hout liggen. Frees
-42-
Ontgrendel
eerst
de