BESCHREIBUNG
Die Automation 413 für Flügeltore ist ein irreversibler elektromechanischer
Antrieb, der über ein Schneckensystem die Bewegung auf den Flügel überträgt.
Der Antrieb ist in mehreren Ausführungen für alle Einbaubedürfnisse erhältlich.
Die Ausführungen „LS" verfügen über Endschalter beim Öffnen und beim
Schließen. Alle Ausführungen sind mit mechanischen Endanschlägen beim Öffnen
und Schließen ausgerüstet.
Das irreversible System gewährleistet die mechanische Verriegelung des Flügels,
wenn der Motor nicht in Betrieb ist. Ein praktisches und sicheres Freigabesystem
mit individuellem Schlüssel ermöglicht die manuelle Bewegung des Flügels bei
Betriebsstörungen oder Stromausfall.
Die gewünschte Betriebssteuerung für das Tor soll mit dem Installationstechniker
bestimmt werden.
Normalerweise befinden sich die Flügel in geschlossener Position.
Empfängt das elektronische Gerät einen Öffnungsbefehl von der Funksteuerung
oder jedem anderen Impulsgeber, so startet sie die elektromechanische Gruppe,
welche die Flügel bis zur Öffnungsposition dreht und somit die Zufahrt ermöglicht.
Hinsichtlich der genauen Funktionsweise der Automation in den verschiedenen
Betriebssteuerungen sollte man sich an den Installationstechniker wenden.
Die Automationen sind mit Sicherheitseinrichtungen (Photozellen) ausgestattet,
die die Bewegung der Flügel verhindern, wenn sich ein Hindernis innerhalb ihres
Aktionsradius befindet.
Die Leuchanzeige zeigt an, daß sich die Flügel in Bewegung befinden
ACHTUNG:
• Der ordnungsgemäße Betrieb und die erklärten Daten werden nur mit
Zubehör und Sicherheitsvorrichtungen der Marke FAAC erreicht.
• Das Fehlen einer mechanischen Kupplungsvorrichtung erfordert zur
Gewährleistung des erforderlichen Quetschschutzes den Einsatz eines
Steuergeräts mit einstellbarer elektronischer Kupplung.
• Die Automation 413 wurde für die Zufahrtskontrolle von Fahrzeugen
entwickelt und hergestellt, andere Anwendungen sind zu vermeiden.
MANUELLER BETRIEB
Sollte die manuelle Bewegung der Automation erforderlich sein aufgrund von
Stromausfall oder Betriebsstörungen des Antriebs, sind die nachfolgenden Schritte
auszuführen:
1) Mit Hilfe des Differentialschalters (auch bei Stromausfall) die Stromversorgung
unterbrechen.
2) Die Schutzhaube – Abb. 1/1 – gleiten lassen.
3) Den Schlüssel einstecken und um 90° drehen, Abb.1/2.
4) Zur Freigabe des Antriebs den Bedienhebel um 180° in Richtung des auf dem
Freigabesystem angegebenen Pfeils drehen, Abb. 1/3.
5) Den Vorgang zum Öffnen oder Schließen des Flügels manuell ausführen.
Anmerkung: Zur Beibehaltung des manuellen Betriebs des Antriebs muss die
Freigabevorrichtung unbedingt in ihrer aktuellen Position gelassen werden
und die Stromzufuhr zur Anlage muss weiterhin unterbrochen bleiben.
WIEDERHERSTELLUNG DES NORMALBETRIEBS
Zur Wiederherstellung der normalen Betriebsbedingungen sind die
nachfolgenden Schritte auszuführen:
1) Das Freigabesystem um 180° in die entgegen gesetzte Richtung des Pfeils
drehen.
2) Den Freigabeschlüssel um 90° drehen und herausziehen.
3) Den Schutzdeckel verschließen.
4) Die Anlage mit Strom versorgen und einige Vorgänge ausführen, um die
korrekte Wiederherstellung aller Funktionen der Automation zu prüfen.
WARTUNG
Damit langfristig eine ordnungsgemäße Betriebsweise und ein konstantes
Sicherheitsniveau gewährleistet werden, ist im Abstand von 6 Monaten eine
allgemeine Kontrolle der Anlage vorzunehmen. Im Heft „Anweisungen für den
Benutzer" ist ein Formular für die Aufzeichnung der Arbeiten enthalten.
REPARATUR
Eventuelle Reparaturen sind von einem Vertrags-Center auszuführen.
NEDERLANDS
Lees deze instructies aandachtig door alvorens het product te gebruiken,
en bewaar hen voor eventueel gebruik in de toekomst
ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Als het automatische systeem 413 correct geïnstalleerd en gebruikt wordt,
garandeert het een hoge veiligheidsgraad.
Verder kunnen door enkele eenvoudige gedragregels ongewenste storingen
worden voorkomen:
• Passeer niet tussen de vleugels wanneer deze in beweging zijn. Wacht tot de
vleugels helemaal geopend zijn, alvorens te passeren.
• Blijf beslist niet stilstaan tussen de vleugels.
• Sta het niet toe dat kinderen, volwassenen of voorwerpen zich in de buurt van
het automatische systeem bevinden.
• Houd de radio-afstandsbediening en alle andere impulsgevers buiten het
bereik van kinderen, om te voorkomen dat het automatische systeem
onopzettelijk kan worden bediend.
• Sta het kinderen niet toe met het automatische systeem te spelen.
• Houd de beweging van de vleugels niet opzettelijk tegen.
• Voorkom dat takken of struiken de beweging van de vleugels kunnen hinderen.
• Houd de lichtsignaleringssystemen in goede staat van werking en goed
zichtbaar.
• Probeer de vleugels niet met de hand te bewegen als ze niet eerst ontgrendeld
zijn.
• Bij storingen moeten de vleugels worden ontgrendeld om binnen te kunnen en
moet een technische ingreep door gekwalificeerd personeel worden
afgewacht.
• Voer geen wijzigingen uit op componenten die deel uitmaken van het
automatische systeem.
• Doe geen pogingen tot reparatie of andere directe ingrepen, en wendt u
zich uitsluitend tot gekwalificeerd personeel.
• Laat de werking van het automatische systeem, de veiligheidsvoorzieningen
en de aarding minstens eenmaal per half jaar controleren door
gekwalificeerd personeel.
BESCHRIJVING
Het automatische systeem 413 voor poorten met draaiende vleugels is een
onomkeerbare elektromechanische aandrijving die de beweging op de vleugel
overdraagt via een wormschroefsysteem.
De aandrijving is leverbaar in verschillende uitvoeringen, zodat aan alle
installatie-eisen kan worden voldaan.
eindschakelaars bij opening en sluiting. Alle uitvoeringen worden geleverd met
mechanische aanslagen bij opening en sluiting.
Het onomkeerbare systeem garandeert mechanische vergrendeling van de
vleugel wanneer de motor niet in werking is. Een praktisch, veilig
ontgrendelsysteem met individuele sleutel maakt handmatige verplaatsing van
de vleugel mogelijk als het systeem niet goed werkt of als de stroom is uitgevallen.
Bepaal samen met de installatiemonteur volgens welke bedrijfslogica u uw poort
wenst te installeren.
De vleugels bevinden zich gewoonlijk in gesloten positie.
Wanneer de elektronische unit een commando tot opening ontvangt via de
radio-afstandsbediening of een willekeurige andere impulsgever, drijft hij het
elektromechanische apparaat aan dat de vleugels in geopende positie draait,
waardoor toegang mogelijk wordt.
Voor bijzonderheden omtrent het gedrag van het automatische systeem in de
verschillende bedrijfslogica's, vraag de installatietechnicus.
Op de automatische systemen zijn veiligheidsvoorzieningen (fotocellen)
aanwezig die de beweging van de vleugels verhinderen wanneer er zich een
obstakel in het door hun beschermde gebied bevindt.
De lichtsignalering geeft aan dat de vleugels in beweging zijn.
LET OP:
• Het systeem kan alleen correct werken en heeft alleen de verklaarde
eigenschappen als er FAAC accessoires en veiligheidsvoorzieningen
worden gebruikt.
• Aangezien er geen mechanische koppeling aanwezig is, dient er een
bedieningsunit met regelbare elektronische koppeling te worden gebruikt
om de nodige beveiliging tegen inklemming te garanderen.
• Het automatische systeem 413 is ontworpen en gebouwd voor controle op
de toegang door voertuigen. Het mag niet voor andere doeleinden
worden gebruikt.
HANDBEDIENDE WERKING
In het geval dat het automatische systeem met de hand moet worden verplaatst,
doordat de stroom is uitgevallen of doordat de aandrijving niet goed werkt,
dient u als volgt te handelen:
1) Neem de elektrische voeding weg via de differentieelschakelaar (ook als
de stroom is uitgevallen).
2) Schuif het beschermdeksel weg, fig. 1/1.
3) Steek de sleutel erin en draai hem 90°, fig. 1/ 2.
4) Om de aandrijving te ontgrendelen draait u de bedieningshendel 180° in de
richting van de pijl op het ontgrendelsysteem, fig. 1/ 3.
5)Voer de manoeuvre voor opening of sluiting van de vleugel met de hand uit.
Nota bene: om de aandrijving op handbediening te houden moet het
ontgrendelsysteem beslist in de actuele positie blijven, en mag de installatie
niet elektrisch worden gevoed.
HERSTEL VAN DE NORMALE WERKING
Ga als volgt te werk om de normale werking te hervatten:
1) Draai het ontgrendelsysteem 180° tegen de richting van de pijl in.
2) Draai de ontgrendelsleutel 90° om en haal hem weg.
3) Sluit de beschermdeksel.
4) Geef de installatie voeding en voer een paar manoeuvres uit, om na te gaan
of alle functies van het automatische systeem correct zijn hersteld.
ONDERHOUD
Om te verzekeren dat het apparaat goed blijft functioneren en voldoende veilig
is, is het wenselijk elke zes maanden een algemene controle van de installatie te
laten uitvoeren. In het boekje "Handleiding voor de gebruiker" is een formulier
te vinden waarop de ingrepen kunnen worden geregistreerd.
Voor eventuele reparaties dient u contact op te nemen met erkende
reparatiecentra.
4
De uitvoeringen "LS" hebben
REPARATIE