Het apparaat reinigen
LET OP!
•
Leeg het stofreservoir wanneer het vol is en reinig de filters regelmatig om over-
verhitting van de motor te voorkomen.
•
Trek altijd eerst de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat reinigt.
•
Houd het apparaat, het snoer en de stekker uit de buurt van water of andere
vloeistoffen om elektrische schokken te voorkomen. Zorg ervoor dat er tijdens
het reinigen geen vloeistoffen het apparaat binnendringen. Alleen de schuimstof-
filter, plastic filter, microfilter en luchtventilatiefilter mogen met water gerein-
igd worden. Deze moeten echter volledig droog zijn voordat ze teruggeplaatst
worden in het apparaat.
•
De filters zijn niet geschikt voor de wasmachine, vaatwasser of droger! Droog
de filters alleen aan de lucht en gebruik nooit een haardroger.
•
Gebruik geen schurende of agressieve reinigingsmiddelen of -sponzen om het
apparaat te reinigen. Deze kunnen de oppervlakten beschadigen.
•
Reinig de stoffilter en luchtventilatiefilter regelmatig of als u merkt dat de zuig-
kracht afneemt.
•
Reinig indien nodig de behuizing met een vochtige, zachte doek. Droog daarna
af met een zachte doek.
•
Verwijder regelmatig haar en pluizen van de mondstukken. De filters kunnen na
verloop van tijd verkleuren. Dit is normaal en duidt niet op een probleem.
Het legen van het stofreservoir
•
Verwijder de extractieslang van het stofreservoir (zie hoofdstuk 'Montage',
sectie 'De slang plaatsen/verwijderen').
•
Druk op de ontgrendelingsknop van het stofreservoir en til het aan de handgreep
uit het apparaat.
•
Houd het stofreservoir boven een open prullen-
bak. Houd het stofreservoir zo dicht mogelijk
bij de prullenbak zodat stof uit het stofreservoir
alleen in de prullenbak valt en niet opstuift in
de omgeving ervan.
•
Druk op de knop om het stofreservoir te
openen. De onderkant van het stofreservoir
opent en het stof valt eruit.
38