5. Installatie/ingebruikname
Dit product mag uitsluitend door een gekwalificeerde elektricien geïnstalleerd worden.
Voor de installatie moeten de aansluitkabels in het gebouw spanningsvrij zijn en gezekerd worden tegen
opnieuw onder spanning komen. Deactiveer hiervoor de desbetreffende stoppen van de huisinstallatie.
Zorg ervoor dat de ondergrond geschikt is om het gewicht van de lamp langdurig en betrouwbaar te
dragen.
Houdt de lampbehuizing op de gewenste montagepositie en markeer de boorgaten. Voor de bevestiging
van de lamp moeten geschikte schroeven gebruikt worden. Let erop dat er geen leidingen beschadigd
worden.
Sluit nu de aansluitleidingen van de huisinstallatie aan op de schroefklemmen van de lamp. Sluit eerst de
groen-gele aardleiding aan en daarna de beide andere leidingen. In de regel is de bruine (of zwarte)
kabel de fasegeleider, sluit deze aan op de met "L" gekenmerkte klem. De blauwe geleider moet op de
met "N" gemarkeerde klem aangesloten worden.
Kabel niet knikken; erop letten dat de kabel en stekker vrij zijn van trek- en torsiekrachten. Bescherm alle
kabels en isolaties tegen eventuele beschadigingen.
Controleer nogmaals de juiste aansluiting.
Schakel de stoppen van de huisinstallatie weer in.
Aanpssing van de sensor via de keuzeschakelaar
Tijd; Helderheid; Gebied
2 van 3 | 08.10.2018