NL
•
Gebruik de apparaat niet op een lad-
der staande of op een onveilige stand-
plaats.
•
Laat u niet tot een onbezonnen snede
verleiden. Dat zou uzelf en andere
personen in gevaar kunnen brengen.
•
Kinderen moeten onder toezicht staan
om te vrijwaren dat ze niet met het ap-
paraat spelen.
•
Wissel regelmatig van werkpositie.
Een langer gebruik van het apparaat
kan tot door trillingen veroorzaakte
doorbloedingsstoornissen van de
handen leiden. U kunt de gebruiksduur
echter door geschikte handschoenen
of regelmatige pauzes verlengen. Let
erop dat de persoonlijke aanleg voor
een slechte doorbloeding, lage buiten-
temperaturen of grote grijpkrachten bij
het werken de gebruiksduur verkorten.
Transport
•
Breng de zwaardbeschermende hoes
(
23) aan.
•
Let erop, het apparaat bij het dragen
niet in te schakelen.
Zaagtechnieken
Neem principieel het gevaar van terug-
slaande takken in acht.
Afzagen van een kleine tak
Zet uw zaagsnede bij kleine takken
(Ø 0-8 cm) van boven naar beneden, zo-
54
als hiernaast afgebeeld.
Let op het voortijdige doorbreken van de
tak indien u zich op de grootte en het ge-
wicht verkeken hebt.
Let principieel op het neervallende gesne-
den goed.
Afzagen van grotere takken
Kies bij grotere takken (Ø 8-20 cm), om
ze gecontroleerd af te zagen, eerst een
ontlastingssnede (zie snoei a).
Deze wordt langs onder uitgevoerd.
Zaag in het onderste derde van de tak
een insnijding.
De eigenlijke zaagsnede (zie snoei b) volgt
weer langs boven in zo mogelijk één lijn met
de eerste snede om deze te treffen.
Afzagen in gedeelten
Voor grote c.q. lange takken is het afza-
gen in gedeelten (zie snoei a, b, c) aan te
bevelen.
Enkel op deze manier kunt u de plaats
van inslag van het te snoeien goed veilig
beïnvloeden.
Ontruim de reeds pas gezaagde gedeel-
ten uit de zone, waar u zich bevindt.