Schouderriem bevestigen
1. Bevestig de karabijnhaak van de
schouderriem (25) aan de draafhou-
der (14) aan de telescopische steel
van het apparaat.
2. Stel de riemlengte zodanig in, dat de
draadhouder (14) zich ter hoogte van
de heup bevindt.
3. Aanvullend kunt u de draadhouder
(14) aan de telescopische steel na het
losdraaien van de inbusschroef (14a)
in de hoogte verstellen.
Telescopische steel
verstellen
De telescopische steel (10) kan geleidelijk
over de snelsluiter (11) versteld worden.
1. Klap de hefboom (11) volgens de af-
beelding naar voren en verander de
lengte van de steel door schuiven en
trekken.
2. Klap de hefboom (11) weer terug en
zet daardoor de gewenste werklengte
van de telescopische steel vast (10).
Zaagkop buigen
Om ook schuine takken af te zagen, kunt
u de zaagkop in 4 posities draaien.
Druk de vergrendelknop (8) in en zwenk
gelijktijdig de Zaagkop (7). Na het loslaten
van de vergrendelknop klikt hij in de ge-
wenste positie vast.
Aan- en uitschakelen
Zorg dat u stevig staat en houd het
apparaat met twee handen goed
vast. Bewaar voldoende afstand
tot uw eigen lichaam.
Let voor u het apparaat inschakelt
op dat het niet in aanraking komt
met andere voorwerpen.
1. Druk de veiligheidsschakelaar
(
17) in en schakel het toestel met
de aan-/uitschakelaar (
permanent vergrendelbare operati-
onele bedrijfstoestand is om veilig-
heidsredenen niet mogelijk.
2. Als u de aan-/uitschakelaar (
loslaat, schakelt het toestel weer af.
Automatisch oliemechanisme
controlere
Controleer voor het begin van het werk
het oliepeil en het automatisch oliemecha-
nisme
1. Schakel het apparaat in en houd het
boven een heldere grond. Het appa-
raat mag de bodem niet raken.
2. Als er een oliespoor wordt gevormd,
werkt het apparaat perfect.
3. Als er geen oliespoor is, reinigt u het
olieafvoerkanaal (
apparaat door onze klantendienst re-
pareren.
4. Wis de resten van het olieafvoerka-
naal (
28) met behulp van een bor-
stel of doek af om het te reinigen.
Veilige werkwijze
•
Houd het apparaat, de snijdset en de
zwaardbeschermhoes in een goede
gebruikstoestand om letsels te voor-
komen.
•
Controleer of het apparaat, nadat het
op de grond gevallen is, significante
beschadigingen of defecten vertoont.
•
Let op de voorgeschreven werkhoek
60°±10° om een veilige werkwijze te
garanderen.
NL
18) in. Een
18)
28) of laat het
53