6.2.2
Sensoren onderhouden
Bevestigingsclips verwijderen.
Alarmsonde en niveaudetectie uit de houders nemen.
Schroeven losdraaien en de alarmsonde uit de
beschermbuis nemen.
Alle delen voor reiniging onderdompelen, daarna met
vochtige doek afnemen.
De componenten in omgekeerde volgorde weer monte-
ren.
6.2.3
Onderhoud van overige installatiecomponenten
Draaisluiting aan de klepbehuizing opendraaien.
Pompkoppeling en terugslagklep lostrekken.
Terugslagklep en pompkoppeling in een waterbad onder-
dompelen. Achteraf eventueel met een vochtige doek
afnemen.
Het reservoir met een waterzuiger leegzuigen, het reser-
voir (aan de binnenkant) met een vochtige doek schoon-
maken.
De onderdelen weer in omgekeerde volgorde monteren.
De voedingsspanning weer aansluiten. Controleren of de
installatie start en of alle onderdelen goed functioneren.
De installatie is weer in bedrijf genomen.
80 / 104
Opvoerinstallatie / Inbouw- en bedieningshandleiding
016-059