6.2 Kookstand
Symbo‐
Functie
len
Uit-stand
1 - 6
Kookstanden
Gebruik de restwarmte om het
energieverbruik te verminderen. Schakel
de kookzone ongeveer 5 - 10 minuten uit
voordat het kookproces is voltooid.
Draai de knop voor de geselecteerde
kookzone naar de gewenste warmte-
instelling.
Het controlelampje van de kookplaat gaat
branden.
Draai de knop naar de uit-stand om het
kookproces te voltooien.
Als alle kookzones zijn uitgeschakeld, gaat
het controlelampje van de kookplaat uit.
6.3 De eenvoudige kookzone
gebruiken
Om een eenvoudige kookzone te gebruiken,
draait u de juiste knop naar een van de
volgende posities: 1-9.
7. KOOKPLAAT - AANWIJZINGEN EN TIPS
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
7.1 Pannen
De kookresultaten zijn afhankelijk van het
kookgerei
De bodem van de pannen moet zo
dik en vlak mogelijk zijn.
Zorg ervoor dat bodems schoon en droog
zijn voordat de pannen op de kookplaat
worden gezet.
44
NEDERLANDS
Voor warmte-instellingen 1-3 blijft de
zone ongeveer 2-3 seconden rood en
wordt die vervolgens gedeactiveerd.
De zone werkt op het maximale
vermogensniveau zodra u het
warmteniveau hebt ingesteld op 8 of 9.
6.4 Restwarmte-indicator
WAARSCHUWING!
Zolang het indicatielampje aanstaat,
bestaat er een risico op brandwonden
door restwarmte.
Het controlelampje gaat aan als een
kookzone heet is, maar het werkt niet als de
hoofdstroom is onderbroken.
Het indicatielampje kan ook verschijnen:
• voor de aangrenzende kookzones, zelfs
als je ze niet gebruikt,
• als er heet kookgerei op de koude
kookzone wordt geplaatst,
• als de kookplaat is uitgeschakeld, maar de
kookzone nog heet is.
Het indicatielampje verdwijnt als de kookzone
is afgekoeld.
Gebruik geen kookgerei op de
keramische kookplaat met bodems met
uitgesproken randen of richels, bijv.
gietijzeren pannen. Deze kunnen het
oppervlak van de kookplaat permanent
bekrassen of schuren.
Pannen gemaakt van geëmailleerd
staal of met aluminium of koperen
bodems kunnen tot verkleuringen van de
glazen keramische kookplaat leiden.
Om energie te besparen en ervoor te zorgen
dat de kookplaat goed werkt, moet de bodem
van het kookgerei een geschikte
minimumdiameter hebben (ten minste
dezelfde als de zonediameter).