Er kan wat water achtergebleven zijn in het product door
C
de kwaliteitscontroleprocessen in de productie. Dit is
niet schadelijk voor de machine.
3.5 Correcte laadcapaciteit
De maximum laadcapaciteit hangt af van het type was, de
mate van bevuiling en het gewenste wasprogramma.
De machine past de hoeveelheid water aan aan het gewicht
van de lading wasgoed.
:
Volg de informatie in de "Tabel
A
waarschuwing
programma en verbruik" op. Indien overladen zal de
machineprestatie afnemen. Bovendien kunnen er zich
lawaai- en trilproblemen voordoen.
Soort wasgoed
Badjas
Zakdoek
Dekbedovertrek
Laken
Kussensloop
Tafelkleed
Handdoek
Handdoek
Nachtjapon
Ondergoed
Overal
Mannen overhemd
Mannenpyjama
Bloezen
3.6 Het wasgoed laden
1. Open de laaddeur.
2. Plaats de was losjes in de machine.
3. Duw de laaddeur dicht tot u een kliksluiting hoort. Zorg
dat er niets tussen de deur is geraakt.
De laaddeur is vergrendeld als een programma draait. De
C
deur kan alleen even nadat het programma is beëindigd,
worden geopend.
:
Indien het wasgoed niet goed geladen
A
waarschuwing
is, kunnen zich lawaai- en trilproblemen voordoen in de
machine.
3.7 Wasmiddel en wasverzachter gebruiken
Indien u wasmiddeltabletten, wasverzachter, stijfsel,
C
kleurstof, bleek of antikalk gebruikt, lees dan de
instructies van de fabrikant op de verpakking zorgvuldig
en volg de doseringswaarden op. Gebruik indien mogelijk
een maatbeker
Wasmiddellade
De wasmiddellade bestaat uit drie vakken.
– (1) voor voorwas
– (2) voor hoofdwas
– (3) voor wasverzachter
– (*) bovendien bevindt zich een sifon in het
wasverzachtervak.
30 / 48 FL
Gewicht (g)
1200
100
700
500
200
250
200
100
200
100
600
200
500
100
2 3
Wasmiddel, wasverzachter en andere
reinigingsmiddelen
• Voeg wasmiddel en wasverzachter toe voor het starten
van het programma.
• Open de wasmiddellade nooit terwijl het wasprogramma
bezig is!
• Indien u een programma draait zonder voorwas, doe dan
geen wasmiddel in het voorwasvak (vak nr. "1").
• Indien u een programma draait met voorwas, doe dan
geen vloeibaar wasmiddel in het voorwasvak (vak nr. "1").
• Selecteer geen programma met voorwas als u een
wasmiddelzak of wasmiddelbol gebruikt. Plaats de zak of
de bol direct tussen de was in de machine.
• Indien u vloeibaar wasmiddel gebruikt, vergeet dan niet
de houder voor vloeibaar wasmiddel in het hoofdwasvak
te plaatsen (vak nr. "2").
Het wasmiddeltype kiezen
Het type te gebruiken wasmiddel hangt af van het type en de
kleur van de stof.
• Gebruik verschillende wasmiddelen voor gekleurde en
witte kleding.
• Was uw fijne kleding met speciale wasmiddelen (vloeibaar
wasmiddel, wolwasmiddel, enz.) wat alleen gebruikt wordt
voor fijne kleding.
• Voor het wassen van donkere kleding en dekens is het
aanbevolen een vloeibaar wasmiddel te gebruiken.
• Was wol met een speciaal wolwasmiddel.
:
A
Gebruik enkel wasmiddelen die
waarschuwing
specifiek voor de wasmachine werden vervaardigd.
A
:
Gebruik geen zeeppoeder.
waarschuwing
De hoeveelheid wasmiddel aanpassen
De te gebruiken hoeveelheid wasmiddel hangt af van
de hoeveelheid was, de mate van bevuiling en de
waterhardheid.
• Gebruik niet meer dan de doseerhoeveelheid aanbevolen
op de verpakking van het wasmiddel om problemen
te vermijden van buitensporig schuim, slecht spoelen,
financiële besparingen en tenslotte milieubescherming.
• Gebruik minder wasmiddel voor kleine hoeveelheden of
lichtbevuilde kleding.
Wasverzachters gebruiken
Plaats de verzachter in het wasverzachtervak van de
wasmiddellade.
• Overschrijd het (>max<) niveau in het wasverzachtervak
niet.
• Indien de verzachter niet erg vloeibaar meer is, verdun
deze dan met water voor u deze in de wasmiddellade
plaatst.
1
Wasmachine / Gebruiker Handleiding