ONDERHOUD
Probeer deze meter niet te repareren. De meter bevat
geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden
onderhouden. Reparatie of onderhoud mag alleen worden
gedaan door gekwalificeerd personeel.
1. Controleer of het oppervlak van de bek schoon is. Als
er vreemde materialen aanwezig zijn kan de bek niet
goed sluiten en zal dit tot meetfouten leiden.
2. Verifieer of het bereik van de meter klopt.
Kalibratie-interval
We raden een kalibratie-interval van één jaar aan. Als het
instrument maar zelden wordt gebruikt mag het kalibratie-
interval worden opgerekt tot 3 jaar.
Reiniging
Om schade aan de meter te voorkomen mag u geen
schuurmiddelen of oplosmiddelen gebruiken om hem
schoon te maken.
Houd de metalen onderdelen van de bek altijd schoon en
droog. Zorg dat er geen stof of andere deeltjes in de bek
komen. Verwijder en reinig deze onderdelen voorzichtig
met zachte perslucht.
Zorg ook dat er geen roest of oxidatie ontstaat op de
metalen oppervlaktes. In geval van besmetting (stof of
oxidatie) kunnen de commutator-segmenten van de
bek beschadigd raken of verbuigen. In dit geval is de
stroomklem beschadigd en buiten specificatie. Stuur de
stroomklem dan ter reparatie op.
BATTERIJEN VERVANGEN
1. Koppel de klem los van het meetcircuit.
2. Zet de meter UIT.
3. Verwijder de schroeven uit de batterijklep en open de
batterijklep.
4. Verwijder de batterijen en vervang door 2 1,5 V
AAA (IEC R03)-batterijen. Let op de juiste polariteit
wanneer u de batterijen installeert.
5. Plaats de batterijklep terug en maakt de schroef weer vast.
17