LEKSTROOMMETING
De lekstroom stroomt weg als er een onbedoelde
elektrische verbinding ontstaat tussen een onderdeel
van het elektrische systeem dat onder stroom staat en de
aarde/grond. De gewenste waarde van de lekstroom zou
0 A moeten zijn. Controleer toepasselijke regelgeving en
normen voor toegestane grenswaardes voor lekstroom.
Voor correct geaarde systemen zou lekstroom in geval
van storing via de aardgeleider (PE) weg moeten stromen
(Afbeelding 1). We kunnen die stroom in een aardgeleider
rechtstreeks meten met een lekklemmeter.
In sommige gevallen, als apparatuur niet goed geaard is,
kan lekstroom via andere wegen wegstromen. Gebruik
verschilstroommetingsmethoden om dergelijke lekken
te verifiëren (Afbeelding 2, Afbeelding 3, Afbeelding
4). Klem een lekstroommeter om alle actieve geleiders
(heet en neutraal), maar zonder een aardgeleider.
Een elektromagnetisch veld rondom alle geleiders
zou elkaar moeten opheffen als er geen stroomlek
is, en de klemmeter zou 0 A moeten aangeven. Als er
wel een lek is, dan ontstaat er een onbalans tussen de
elektromagnetische velden en geeft de klemmeter de
daadwerkelijke waarde van die lekstroom aan.
Proces van lekstroommeting
1. Zet de meter aan.
2. Zorg dat de bek is gesloten en dat de meter uit de
buurt blijft bij geleiders en andere bronnen van
elektromagnetische velden.
3. Klem de meter om een aardgeleider. De meter toont
de lekstroom in de aardgeleider.
4. Klem de meter om alle actieve geleiders, heet en
neutraal (maar zonder aardgeleiders). De meter
toont de totale systeemlekstroom die bestaat
uit aardgeleiderstroom en andere verdwaalde
stroomlekken.
CAT III 600V met
betrekking tot
aarding voor de bek.
Handbeschermingsbarrière
Houd de meter niet
vast boven de barrière
8