6. Bediening
6.1. Netaansluiting
Alvorens het apparaat in bedrijf te nemen moet
u controleren of de netspanning overeenkomt
met de bedrijfsspanning vermeld op het vermo-
gensplaatje van de machine. Lange leidingen
en verlengkabels, kabeltrommels enz. leiden tot
spanningsverlies en kunnen het starten van de
motor verhinderen. Bij lage temperaturen onder
+5 °C start de motor eventueel moeilijk als gevolg
van stroefheid.
6.2 AAN/UIT-schakelaar (4)
Breng de AAN/UIT-schakelaar (4) in stand 1 om
het apparaat aan te zetten.
Om het apparaat uit te schakelen brengt u de
AAN/UIT-schakelaar (4) in stand 0.
6.3 Persluchtslang met snelkoppeling (3)
Aansluiten:
Schuif de nippel van uw pneumatisch ge-
reedschap in de snelkoppeling, de huls springt
automatisch naar voor.
Loskoppelen:
Trek de huls terug en verwijder het gereedschap.
Voorzichtig! Bij het losmaken van de snelkoppe-
ling moet het koppelstuk worden vastgehouden
om verwondingen door de terugspringende slang
te vermijden.
6.4 Bandenvulmeter met adapters (afb. 2)
Werkdruk in bar: 0-8
Toepassingsgebied:
De bandenvulmeter maakt het gemakkelijk en
nauwkeurig vullen van banden mogelijk. De ma-
nometer dient ter controle van de bandenspan-
ning. Met het geïntegreerde afl aatventiel (e) is
het mogelijk om een te hoge bandenspanning te
verlagen.
Controleer na het vullen de ingestelde banden-
spanning met een geijkt meetinstrument, bijv. bij
een tankstation.
De bandenvulmeter is uitgerust met een ventie-
ladapter voor ventielen van autobanden.
Met behulp van de meegeleverde adapters kun-
nen ook andere ventieltypes worden gevuld.
Anl_TC_AC_180_8_OF_SPK2.indb 47
Anl_TC_AC_180_8_OF_SPK2.indb 47
NL
Gebruik als uitblaaspistool (afb. 3)
Om de bandenvulmeter als uitblaaspistool te ge-
bruiken moet eerst de slang met de ventieladap-
ter voor autobanden eraf worden geschroefd. Nu
kan de uitblaasadapter (7) op de bandenvulmeter
worden geschroefd.
Toepassingsgebied:
Voor het reinigen/uitblazen van holle ruimtes of
moeilijk bereikbare plaatsen en voor het reinigen
van vervuild werkgereedschap. De traploos be-
dienbare trekker maakt een exacte dosering van
de perslucht mogelijk.
Overschrijd niet de maximale bedrijfsdruk van 8
bar (ook gekenmerkt aan de achterkant van de
bandenvulmeter).
6.5 Handleiding voor de adapterset
Uit het volgende overzicht kunt u het juiste gebru-
ik van de adapters voor de verschillende ventie-
len afl eiden (voor de aansluiting van de adapter
aan de compressor zie afbeelding 11!).
•
Balnaald (afbeelding 4)
Toepassingsgebied: voor het oppompen van
ballen. De balnaald kan voor het oppompen
van verschillende ballen worden gebruikt.
TIP: Om beschadigingen van het ventiel te
vermijden moet u de balnaald iets bevochti-
gen alvorens hem in te brengen.
•
Ventieladapter (afbeelding 5)
Toepassingsgebied: past bij Blitz-ventielen
van fi etsbanden.
De Blitz-ventieladapter maakt het mogelijk
om fi etsbanden gemakkelijk op te pompen.
•
Adapter I (afbeelding 6, pos. I)
Toepassingsgebied: voor alle ventielen met
een binnen-Ø vanaf 8mm.
U kunt de adapter bijvoorbeeld voor luchtmat-
rassen, pools of ook voor boten gebruiken.
TIP: Leid de adapter I in het ventiel zoals ge-
toond in afbeelding 6, schets d.
Belangrijk! De dop van het ventiel moet door
hem samen te drukken iets worden openge-
klapt.
•
Adapter II (afbeelding 7, pos. II)
Toepassingsgebied: voor schroefventielen.
U kunt hem gebruiken voor alle in de handel
verkrijgbare rubberboten, kajaks of andere
grote artikelen, zoals bijvoorbeeld pools die
zijn uitgerust met een schroefventiel.
•
Ontluchtingsadapter (afbeelding 8, pos.
III)
Toepassingsgebied: voor ontluchtingsventie-
- 47 -
18.01.2019 07:29:29
18.01.2019 07:29:29