3. BESCHRIJVING VAN HET PRODUCT
3.1 Indeling kookplaat
3.2 Bedieningsknop
Sym‐
bool
0
1 - 9
3.3
WAARSCHUWING!
Er bestaat
verbrandingsgevaar door
restwarmte.
4. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
4.1 De kookstand
Draai de knop naar de juiste kookstand
om de kookstand in te stellen of te
wijzigen. Om uit te schakelen, draai de
knop naar stand uit.
Controlelampje gaat aan als één of meer
kookzones geactiveerd zijn. Als u de
kookzones uitschakelt, gaat het
indicatielampje uit.
4.2 Vermogensbeheer-functie
• Alle kookzones zijn aangesloten op
één fase. Zie afbeelding.
180 mm
1
140 mm
2
3
Functie
Uit-stand
Verwarmingsstanden
Inductiekookzone
1
Bedieningsknoppen
2
Stroomaanduiding
3
De inductiekookzones creëren de voor
het kookproces benodigde warmte direct
in de bodem van de pan. Het
glaskeramiek wordt verwarmd door de
warmte van de pannen.
• De functie wordt geactiveerd als de
totale elektriciteitslading van de
kookzones de maximale
elektriciteitslading van de fase
overschrijdt.
• De functie verdeelt het vermogen
tussen de kookzones.
• De functie verlaagt het vermogen
naar de andere kookzones.
• Het warmte-instellingsdisplay van de
verlaagde zone verandert tussen twee
niveaus.
NEDERLANDS
7