• Handleiding voor de
bediening
In deze handleiding wordt beschreven hoe er veilig
en deskundig met het product gewerkt kan worden.
De genoemde veiligheids- en overige instructies en
de voor de plaats van gebruik geldende
voorschriften ter voorkoming van ongevallen en
algemene veiligheidsbepalingen dienen te worden
nageleefd.
Instrueer alle personen die
gebruik maken van de deur hoe ze
deze correct en veilig kunnen bedienen.
Handzenders horen niet in de
handen van kinderen thuis.
Bij gebruik van de aandrijving moet
het openen en sluiten bewaakt
worden. Er mogen zich geen
personen of voorwerpen in het
bewegingsbereik van de deur bevinden.
• Normaal bedrijf (0)
(op de fabriek ingestelde modus)
De aandrijving van de garagedeur kan door
impulsgevers als handzenders, sleuteltoetsen etc.
worden geactiveerd. Er hoeft slechts een korte
impuls te worden gegeven.
Functieverloop:
Eerst impuls:
Aandrijving start en beweegt de deur naar de
ingestelde eindpositie OPEN of DICHT.
Impuls tijdens het bewegingsproces:
Deur stopt.
Nieuw impuls:
De deur loopt in de tegenovergestelde richting.
Via een tweede toets op de handzender kan het licht
op 4 minuten geprogrammeerd worden (afbeelding
16). Wanneer op de toets op de handzender wordt
gedrukt, wordt het licht onafhankelijk van de motor
in- en na ca. 4 minuten weer uitgeschakeld.
.• Noodontkoppeling
Tijdens instelwerkzaamheden, stroomstoring of
storingen kan de deur handmaking worden bediend
door de trekknop aan de loopwagen van de
aandrijving te ontgrendelen.
Mocht de deur voor een langere periode
handmaking moeten worden bediend, plaats dan de
arreteerstift dienovereenkomstig (zie afbeelding
De deurvergrendeling die voor het bedrijf met
aandrijving werd stilgezet, moet weer worden
gemonteerd omdat de gesloten deur anders niet is
afgesloten. Voor de heringebruikname van de
aandrijving wordt de vergrendelingshevel weer in de
a
parkeerpositie ( ) gezet en de deurvergrendeling
stilgezet.
• Interne beveiliging
De deur loopt tijdens het sluitproces op een
hindernis, stopt de aandrijving en geeft de hindernis
vrij doordat de deur wordt geopend tot in de
bovenste eindpositie.
Tijdens de laatste 2 seconden van het sluitproces
wordt de deur slechts een spleet hoog geopend om
de hindernis vrij te geven. De binnenkant van de
garage is echter niet zichtbaar.
Wanneer de deur tijdens de openingsbeweging op
een obstakel stoot, zal de aandrijving stoppen en de
bewegingsrichting gedurende ca. één seconde
worden omgekeerd.
Deze handleiding voor de montage, de bediening en het onderhoud dient zolang te worden bewaard als de deur gebruikt wordt!
• Externe beveiliging
Aansluitschema afbeelding 13
Loopdeurcontact (STOPA)
Een geopende loopdeur stopt de aandrijving direct
c.q. voorkomt het herstarten van de aandrijving.
Fotocel (STOP B)
Indien de fotocel tijdens het sluitproces wordt
onderbroken, wordt de deur gestopt en in de andere
richting bewogen. Een onderbreking van de fotocel
tijdens het openingsproces heeft geen invloed.
• Verlichting
De verlichting wordt na het impuls voor de start
automatisch ingeschakeld en na afloop van de
ingestelde tijd (in de fabriek ingesteld op ca. 60
seconden) ook automatisch weer uitgeschakeld.
• Signaallamp
Indien er ter signalering van het open- en sluitproces
een signaallamp geïnstalleerd is, knippert deze
samen met de lamp in de aandrijving zodra er een
startimpuls wordt gegeven. De aandrijving start
v e r t r a a g d o v e r e e n k o m s t i g d e i n g e s t e l d e
waarschuwingstijd (zie menustap ).
• Handzender
Programmeren van andere handzenders:
Zie de menustappen 1 en 2 (afbeelding
• Overige bedrijfsmodussen
In menu 9 kan een andere bedrijfsmodus
geselecteerd worden. Tussen haakjes staat de
bijbehorende instelling voor menu 9.
Normaal bedrijf met ventilatiestand (1)
De ventilatiestand dient voor het ventileren van de
garage. De deur wordt voor dit doel ca. 10 cm
geopend.
De bediening is gelijk aan die bij normaal bedrijf.
Door een impuls te geven met behulp van de 2e toets
van de handzender of een andere impulsgever kan
de deur vanuit iedere positie in de ventilatiestand
worden gezet.
Na 60 minuten sluit de deur automatisch of kan ze
vooraf door alle impulsgevers weer gesloten
worden.
Bedrijf met de zywaartse sectionaaldeur (2)
Bij een gedeeltelijke opening van ca. 1 m in plaats
van een volledige opening kan men de garage in
lopen.
Door een impuls te geven met behulp van de 2e toets
van de handzender of een andere impulsgever kan
12
).
de deur vanuit iedere positie gedeeltelijk geopend
worden.
Bedrijf OPEN - DICHT (5)
In dezelfde bedrijfsmodus als de eenrichting-
regeling; de ontvanger blijft echter in de aandrijving
steken.
Functieverloop:
Impuls in de positie DICHT:
De aandrijving wordt gestart en brengt de deur in de
positie OPEN.
Impuls tijdens de beweging open:
De deur beweegt verder zonder dat er invloed
wordt uitgeoefend.
Impuls in de positie OPEN:
De deur gaat dicht.
Impuls tijdens de beweging dicht:
De deur stopt en gaat weer open.
Automatisch sluiten (6)
Het geven van een impuls zorgt er altijd voor dat de
deur geopend wordt.
N a a f l o o p v a n d e o p e n i n g s t i j d e n d e
voorwaarschuwingsduur sluit de deur automatisch.
Wanneer de fotocel onderbroken wordt, zal de deur
tijdens de sluitbeweging altijd stoppen en in de
omgekeerde richting bewegen. Tijdens het openen
heeft een onderbreking geen invloed.
Automatisch sluiten (7)
Functie als bij bedrijfsmodus (6), een onderbreking
van de fotocel tijdens de openingsduur zorgt er
echter voor dat de openingstijd voortijdig wordt
beëindigd en dat de voorwaarschuwingstijd wordt
gestart.
Automatisch sluiten (8)
Functie als bij bedrijfsmodus (6), een onderbreking
van de fotocel tijdens de openingsduur zorgt er
echter voor dat de openingstijd voortijdig wordt
beëindigd en dat de voorwaarschuwingstijd wordt
gestart.
• Onderhoud / inspectie
7
Ter wille van uw eigen veiligheid
adviseren wij om de deur voor de
15
en
16
).
eerste inbedrijfstelling en naar
behoefte door een deskundig bedrijf
te laten controleren. Laat de inspectie
echter tenminste eenmaal per jaar
doorvoeren.
Controle van de krachtbegrenzing
De sturing van de aandrijving is voorzien van een
veiligheidssysteem met twee processors ter controle
van de krachtbegrenzing.
De geïntegreerde krachtuitschakeling wordt in elke
eindpositie automatisch getest.
Voor de inbedrijfstelling en tenminste eenmaal per
jaar dient de deurinstallatie te worden gecontroleerd.
De installatie van de krachtbegrenzing moet bij die
gelegenheid worden gecontroleerd (
LET OP!
s l u i t k r a c h t k a n v e r w o n d i n g e n
veroorzaken.
I n m e n u v e l d 5 k a n d e k r a c h t v o o r h e t
openingsproces worden bijgesteld. In menustap 6
kan de kracht voor het sluitproces worden bijgesteld.
• Cyclusteller
De cyclusteller slaat het aantal door de aandrijving
gegenereerde open- en sluitbewegingen op.
Om de stand van de teller af te lezen moet u de
toets 3 seconden lang ingedrukt houden, tot er een
cijfer verschijnt. De cijfers in het display geven een
voor een de getalswaarden aan, te beginnen met
de hoogste decimale voor de komma tot aan het
laagste. De weergave eindigt met een horizontaal
streepje. Voorbeeld: 3456 bewegingen, 3 4 5 6 -
NL
20
)!
Een te hoog ingestelde