Veiligheidsinstructies
derdelen. Defecte onderdelen
altijd vervangen door oor-
spronkelijke reserveonderde-
len van de fabrikant. Wanneer
het apparaat met versleten of
defecte onderdelen wordt ge-
bruikt, kan tegenover de fabri-
kant geen aanspraak op ga-
rantie worden gemaakt.
OPMERKING
Reparatiewerkzaamheden
mogen uitsluitend worden
uitgevoerd in de vakhandel
of op onze servicevestigin-
gen.
3.6 Elektrische veiligheid
■
Ter voorkoming van kortslui-
tingen en vernieling van de
elektrische onderdelen:
■
Bescherm het apparaat te-
gen vocht en gebruik het
niet bij regen.
■
Spuit het apparaat niet
schoon met water.
■
Open het apparaat niet.
3.7 Veiligheidsinstructies
voor de bediening
■
Laat een gebruiksgereed ap-
paraat nooit zonder toezicht.
■
Zet in de volgende gevallen
de motor af, wacht op de stil-
469905_b
stand van het apparaat en
verwijder de accu:
■
wanneer het apparaat zich
niet onder toezicht bevindt
■
vóór het inspecteren,
schoonmaken en onder-
houden
■
bij storingen en abnormale
trillingen
■
alvorens u blokkeringen
(bijv. geblokkeerde ruim-
peddel) en verstoppingen
oplost
■
bij contact met gevaarlijke
voorwerpen en vreemde
objecten
■
Vervoer of til de machine
nooit met een draaiende mo-
tor.
■
Schuif het apparaat bij het
sneeuw ruimen altijd vooruit
en ga nooit naar achteren.
Trek het apparaat nooit in de
richting van het lichaam.
■
Beweeg het apparaat nooit
over obstakels zoals takken of
boomstronken.
■
Zet de motor uit als er een an-
der oppervlak dan het te rui-
men oppervlak wordt overge-
stoken.
■
Inspecteer na contact met ge-
vaarlijke voorwerpen het ap-
paraat op beschadigingen.
43