Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
f.
Zie paragraaf 5 (LADINGDUUR) voor de duur van de lading.
g.
Een accu in een boot geplaatst moet hieruit verwijderd worden voor het laden. Voor laden in de boot moet een speciale acculader
gebruikt worden.
LADINGDUUR
5.
a.
Gebruik een zuurweger met thermometer om de ladingstoestand van de accu te bepalen. Laad geen accu die voor meer dan 75%
geladen is, ook niet een accu die defect is. Refereer aan de LADINGSTOESTANDSTABEL.
b.
Stel de grootte van de accu vast, (KLEIN, MIDDEL of GROOT). Zie tabel voor ACCUGROOTTE.
c.
Refereer met de verkregen gegevens aan de tabel voor LADINGSTIJD in MINUTEN en STROOMSTERKTE.
d.
Stop met laden wanneer het electrolyt een s.m. bereikt van 1,260 of hoger. Controleer dit met een temperatuur gecompenseerde
zuurweger. Stop ook met laden als de accu sterk begint te gassen of als de temperatuur van het electrolyt boven de 50 graden celsius
komt. De accu vooral niet overladen!
ACCUGROOTTE
Capaciteitt (Ah)
Reserve Capaciteitt (Ah)
Kaltstartstrom (A)
LADINGSTOESTAND-TABEL
LADINGSTOESTAND IN %
Soortelijke Massat
Onebelaste spanning (6V)
Onebelaste spanning (12V)
Onebelaste spanning (24V)
MONTAGE VOORSCHRIFTEN
Verwijder de vier schroeven die de hendel in verschepingstoestand houden. Monteer de hendel via de twee gaten boven in het paneel. Zet
de hendel aan de achterzijde van de lader vast met twee schroeven.
GEBRUIK VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
De tijdschakelaar heeft een schaal van " " (UIT) tot 150 minuten en een continu bereik "I".
a.
" " (UIT) - Zorg ervoor dat de schakelaar altijd " " uit staat alvorens de verbindingen met de accu te maken of te verbreken. De lader
werkt niet met de tijdschakelaar in deze positie.
b.
0 - 150 TIJDBEREIK - De tijdschakelaar zorgt voor een automatisch afschakelen als de gestelde tijd bereikt is. Draai de schakelaar door
de 20 minuten heen alvorens hem in de juiste positie te zetten.
c.
"I" CONTINU LADING - Als de schakelaar in deze positie is geplaatst kan alleen de bedienende persoon het apparaat afzetten. Men
dient dan wel op de hoogte te zijn met welke laadstroom geladen moet worden, en bovendien moet erop gelet worden dat geen
overlading optreedt.
d.
Zet de LADINGSKEUZESCHAKELAAR in de juiste NORMAAL positie; B3 voor 6V, B1 foor 12V of D1 voor 24V.
e.
Zet de tijdschakelaar aan en observeer de AMPEREMETER.
f.
Indien een hogere laadstroom wordt gewenst moet de LADINGSKEUZESCHAKELAAR op de SNEL (Hoge laadstroom) positie gezet
worden; B2 voor 6V, C1 voor 12V, of A1 voor 24V.
g.
Zet de tijdschakelaar op de gewenste tijd.
DE LADER MAG NIET OP EEN ANDERE SPANNING STAAN DAN DIE VAN DE ACCU.
BEKRACHTIGD STARTEN/HULP BIJ STARTEN VAN MOTOR
•
Zet de lichten en alle elektrische accessoires van het voertuig uit.
•
Verbind de lader volgens de eerder gegeven insructies met de accu.
•
Zet de LADINGSKEUZESCHAKELAAR in de SNEL stand van de juiste spanning.
•
Laad de accu voor minstens vijf minuten alvorens weer te starten.
•
Start met aangesloten lader.
N.B.: Start niet langer dan 20 seconden per 5 minuten. Te lang starten zal de startmotor te veel verhitten. Indien de motor weer afslaat, moet
de lader eerst weer 5 minuten laden.
Zet de schakelaar op "O" UIT alvorens de verbindingen met de accu te verbreken.
ONDERHOUD
Slechte klemmen moeten vervangen worden. Deze leiden tot slechte verbindingen en brandgevaar. Zie onderdelenlijst voor
onderdeelnummers. Onderhoud of reparatie van dit toestel dat het demonteren van de kast met zich meebrengt, mag alleen door een
bevoegde onderhoudsmonteur uitgevoerd worden.
ACCUGROOTTE-TABEL
KLEIN
MIDDEL
40
60
60
90
275
350
75%
50%
25%
1.225
1.185
1.140
6.2
6.05
5.95
12.4
12.1
11.9
24.8
24.2
23.8
LAADSTROOMSTERKTE IN MINUTEN
GROOT
ACCUGROOTTE
80+
100+
KLEIN
400+
DOOD
MIDDEL
1.110
5.9
11.8
GROOT
23.6
5
%
MINUTEN
LADING
15 30 45 60 75 90
0-25
45
30
30
25-50
30
20
20
A
M
50-75
15
10
10
P
0-25
70
50
45
E
R
25-50
45
30
25
E
50-75
25
15
15
S
0-25
90
55
55
25-50
60
40
35
50-75
30
20
20
25
25
20
15
15
10
5
5
10
40
35
30
20
20
20
10 10 10
50
45
45
30
30
30
15 15 15
Publicité
