Monteer de transistors:
T2, type BC640 of gelijkwaardig.
T3, type BC639 of gelijkwaardig.
T4 tot T6, type 546B of gelijkwaardig.
T7 en T8, type BC556B of gelijkwaardig.
T9, type BD681, monteer deze zodanig dat de opdruk van de transistor zich
langs de kant van D12 bevindt.
Monteer de volgende electrolytische condensators. (let op de polariteit!):
- C20 tot C23, 1uF min. 25V
- C24, 10uF min. 35V
- C25 tot C28, 100uF min. 25V
- C29 tot C34, 470uF min. 25V
- C35 tot C38, 100uF min. 100V
Monteer de schroefconnector J1, deze bestaat uit 4 in elkaar geschoven
tweepolige schroefconnectors.
Monteer de twee zekeringhouders voor F1 en F2 en plaats er een zekering van
5A in.
Monteer het relais RY1 (16A/12V)
Monteer de electrolytische condensators C39 en C40 van 10.000uF min. 50V
of monteer vier condensators C39 tot C42 van 4700uF
(door de opstelling van de aansluitingen kan men deze condensators niet
verkeerd monteren).
OPMERKING: Indien men bij gebruik van 4 Ohm luidsprekers het onderste uit
de kan wil halen, dan kan men vier condensators van 10.000uF monteren.
Montage van de cinch connectors voor de ingang:
OPGELET: Afhankelijk van het bijgeleverde type connector moet men bepalen
in welke gaten deze moet gemonteerd worden, het kan gebeuren dat men de
aansluitingen een beetje moet buigen.
Monteer bij één versterker de cinch connector JR (dit wordt de rechter
versterker) en bij de andere versterker de cinch connector JL.
Gaat men de versterker in brug monteren dan mag men enkel connector JR
monteren (deze print wordt rechts gemonteerd), bij de versterker waar men
voor R46 een draadbrug gemonteerd heeft mag men GEEN cinch connector
monteren.
BELANGRIJK: Leg een extra vertinning over de reeds vertinde banen.
Wil men de demping van de versterker zo hoog mogelijk maken dan kan men
op de vertinde banen een draad van 1mm solderen. (opgelet voor korstluiting
tussen de verschillende banen)
H4020-ED2-7