72 www.aeg-automitive.com
4. INSTALLATIE
Laat het laadstation door een elektricien conform de lokale
veiligheidsbepalingen en wettelijke voorschriften installeren en
beveiligen.
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
Het aanraken van elektrische leidingen kan een dodelijke
elektrische schok tot gevolg hebben.
• Gebruik het laadstation pas na de eerste ingebruikname
door een elektricien.
Montagehandleiding in acht nemen!
Voor de installatie door een elektricien, moet u de montagehandleiding
AEG Wallbox WB 11 PRO / AEG Wallbox WB 22 PRO in acht nemen.
5. BEDIENING
Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning!
Het aanraken van elektrische leidingen kan een dodelijke
elektrische schok tot gevolg hebben.
• Gebruik het laadstation pas na de eerste ingebruikname
door een elektricien.
• Pak de stekkerverbinding nooit aan de laadkabel vast,
maat uitsluitend aan de koppeling van de laadkabel.
• Sluit na het beëindigen van het laadproces altijd de
beschermkap op het uiteinde van de koppeling van de
laadkabel..
Voorwaarden
• LED-aanduiding brandt groen: Het laadstation is gereed voor een
laadproces.
• Het voertuig staat stil.
Laad het elektrische voertuig niet op, als dit beweegt. Het moet
volledig tot stilstand zijn gekomen, voordat het laadproces wordt
gestart en mag tijdens het laden niet bewegen.
Controleer voor elk laadproces de volgende punten:
• Is het laadstation goed aan de wand verbonden?
• Is de behuizing onbeschadigd en gesloten?
• Is de laadkabel onbeschadigd?
De mantel mag geen scheuren hebben en er mag geen metaal
zichtbaar zijn.
Als het antwoord op een van de drie vragen Nee is, schakel de stroom-
voorziening van het laadstation direct uit en neem voor reparatiewerk-
zaamheden contact op met een elektricien of de klantenservice.
• Is de koppeling van de laadkabel schoon en droog?
Als de koppeling van de laadkabel nat of vervuild is, reinig deze dan
met een schone en droge doek.
Voertuig laden
Steek de koppeling van de laadkabel in het stopcontact van het
voertuig. De LED-statusaanduiding brandt geel, zodra het voertuig
met het laadstation is verbonden. Tijdens het laadproces branden
de LED's blauw.
• Het voertuig vergrendeld de laadkoppeling en start het laadproces.
Zodra het laadproces loopt, is de laadkoppeling vergrendeld. De
laadkabel kan pas na het beëindigen/afbreken van het proces worden
ontkoppeld.
Laadproces beëindigen
Als het voertuig volledig is geladen, beëindigt het voertuig het
laadproces en geeft de koppeling van de laadkabel vrij.
• Trek de koppeling uit het stopcontact van het voertuig.
• Sluit de beschermkap op het uiteinde van de koppeling van de
laadkabel.
• Wikkel de laadkabel op de houder van het laadstation.
Laadproces afbreken
Het laadproces kan worden afgebroken als de bestuurder zijn voertuig
wil gebruiken, voordat dit volledig is opgeladen.
U hebt twee mogelijkheden om het laadproces af te breken:
• via de bedieningselementen in het voertuig,
• door het uitschakelen van de zekering in het gebouw.
Het proces moet via de bedieningselementen op het voertuig worden
afgebroken. Als dit vanwege veiligheidsredenen niet mogelijk is (bijv.
indien het voertuig brandt), moet de gebouwzekering worden
uitgeschakeld.
Het laadproces wordt voortgezet als de zekering weer wordt
ingeschakeld en de laadkabel met het voertuig is verbonden.
Storing of uitval
Bij de storing of uitval scheidt u het laadstation van de
voedingsspanning, door de zekering in het gebouw uit te schakelen.
Neem voor reparatiewerkzaamheden contact op met een elektricien.
Als de gebouw- of wallboxzekering wordt geactiveerd, mag
deze niet gewoon weer worden ingeschakeld. Daaruit kan er
schade aan het laadstation, het voertuig, etc. ontstaan.
• Ontkoppel het voertuig van het laadstation.
• Zoek de reden voor het activeren en los dit op, evt. door een
elektricien laten uitvoeren.
Dan kan de zekering ingeschakeld en het laadstation opnieuw met het
voertuig verbonden worden.
Als er een korte overspanning in het voedingsnet optreedt, bijv. door
blikseminslag, kan er een korte onderbreking van het laadproces
ontstaan. Na het verminderen van de piekspanning zet het laadstation
het laadproces zelfstandig voort.