• Plaats de afdekkappen op de meetpunten totdat ze vastzitten. Om ze te verwijde-
ren trekt u de kappen met enige kracht van de punten.
• Verwijder de meetpunten altijd van het meetobject voordat u het meetbereik wi-
jzigt.
• Wees bijzonder voorzichtig tijdens de omgang met spanningen >33 V wisselspan-
ning (AC) en >70 V gelijkspanning (DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door
het aanraken van elektrische geleiders een levensgevaarlijke elektrische schok
krijgen.
• Het meten van stroomkringen > 33 V/AC en > 70 V/DC mag alleen worden uit-
gevoerd door een vakman en door personen die vertrouwd zijn met de geldende
voorschriften en alle daaruit voortvloeiende mogelijke gevaren.
• Begin metingen altijd op het hoogste meetbereik. Schakel indien nodig daarna
stap voor stap over naar een lager meetbereik. Verwijder de meetpunten tijdens
het omschakelen van het meetbereik altijd van het te meten object.
• Om een elektrische schok te vermijden, dient u erop te letten, dat u de te meten
aansluitingen/meetpunten tijdens de meting niet, ook niet indirect, aanraakt. Pak
de meetpunten tijdens het meten niet vast boven de voelbare handgreepmarke-
ringen.
• Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetkabels ervan op be-
schadigingen. Voer nooit metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd
is (gescheurd, losgetrokken, etc.). De meegeleverde meetkabels zijn voorzien van
een slijtage-indicator. Bij beschadiging wordt er een tweede isolatielaag met een
andere kleur zichtbaar. De meetapparatuur mag dan niet langer worden gebruikt
en moet worden vervangen.
• Er mogen altijd alleen de twee voor het meten benodigde meetkabels op het mee-
tapparaat aangesloten zijn. Verwijder uit veiligheidsoverwegingen alle niet beno-
digde meetkabels van de meetapparatuur, voordat u de meting uitvoert.
• Gebruik het product nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui (blikse-
minslag! / energierijke overspanningen!). Zorg ervoor dat uw handen, schoenen,
kleding, de vloer, schakelingen en schakelcomponenten ervan per sé droog zijn.
• Gebruik het product niet in de directe nabijheid van:
- sterke magnetische of elektromagnetische velden
- zendantennes of HF-generatoren
De gemeten waarde kan daardoor onjuist zijn.
• Beperk de werking van het meetinstrument tot de gespecificeerde meetcategorie,
spanning of stroom.
• Neem alle meetlimieten en markeringen van dit product in acht. Overschrijd de
grenswaarden niet tijdens het meten.
• Gebruik het product niet zonder afdekkingen en verwijder deze niet.
• Gebruik alleen zekeringen van het gespecificeerde type.
• Vermijd blootgestelde circuits. Raak blootliggende verbindingspunten en compo-
nenten niet aan wanneer het product van stroom wordt voorzien.
• Gebruik uw meetapparaat alleen op goed geventileerde plaatsen. Onvoldoende
ventilatie kan leiden tot oververhitting of beschadiging van het apparaat. Controle-
er regelmatig de ventilatieopeningen.
• Gebruik het meetinstrument niet als het nat is om kortsluiting binnenin te voor-
komen.
• Het product mag niet gebruikt worden in een vochtige omgeving.
• Werk niet in explosiegevaarlijke omgevingen.
• Houd de oppervlakken van het product altijd schoon en droog.
Verwijdering
Elektronische apparaten zijn recyclebaar en horen niet bij het huisvuil. Voer het pro-
duct aan het einde van zijn levensduur volgens de geldende wettelijke bepalingen
af.
U voldoet daarmee aan de wettelijke verplichtingen en draagt bij aan de bescherming van het
milieu.
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten voorbehouden met inbegrip van vertalingen. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie,
microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming
van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk
bezorgen.
Copyright 2020 by Conrad Electronic SE.
*2203066_67_68_v2_0620_02_DS_m_4L_SS_(1)