Gardigo Marder-Schock Plus Notice D'utilisation page 35

trillingen zijn, zodat de trilllingssensor bij het starten van de motor het apparaat uit-
schakelt. Handmatige aan-/uitschakelaar voor uitschakeling tijdens onderh De knaag-
dierenverjager met shock beschikt over een automatische uitschakelfunctie, zodat bij
zwakke voertuigaccu met een spanning van minder dan ca. 11 volt een diepontlading
door het apparaat wordt voorkomen. Als de 'Car-Battery-Control' (CPC) is geactiveerd,
is de knaagdierenverjager met shock buiten bedrijf, zodat de voertuigaccu wordt ont-
zien. Als door vervanging of regeneratie van de accu de accuspanning tot ca. 11 volt of
hoger stijgt, wordt de knaagdierenverjager met shock weer in de actieve modus gescha-
keld. oudswerkzaamheden aan het voertuig.
Aanwijzing: Als uw voertuig over een CAN/BUS-systeem beschikt, installeert u de grij-
ze kabel op de zekering van contact 15.
4. Aanwijzingen voor het inbouwen
Het bunzingshock apparaat dient ingebouwd te worden op een plek in de motorruimte
die beschermd is tegen sproeiwater en algemene vervuiling. De kabels van de hoog-
spanningsplaatjes moeten dusdanig verlegd worden, dat de blanke bovenkant van de
plaatjes niet in aanraking kan komen met elektrische of massadelen. De hoogspanning
plaatjes hebben aan de 4 hoeken tekens een boorgaatje van 3,1 mm diameter. Door 2
gaatjes zijn de leidingen getrokken. De 2 vrije boorgaatjes dienen ter bevestiging aan
de karosserie met zelftappende schroeven (2,9 mm) of kabelbinders. Tijdens het vast-
schroeven van de plaatjes aan de karosserie moet opgepast worden dat de schroefkop
niet in aanraking komt met de metalen oppervlakte (hoogspanningsvlakte) van het
plaatje. De plaatjes dienen dusdanig verlegd te worden, dat een bunzing die de motor-
ruimte binnendringt noodgedwongen ermee in aanraking komt. Slechts bij gelijktijdig
contact met de karosserie en een plaatje wordt een stroomstoot gegeven. Alleen als
een massaplaatje (min) en en een met plus gemarkeerd plaatje (+) tegelijkertijd wor-
den aangeraakt, wordt er een elektrische schok afgegeven. Het is daarom raadzaam de
contactplaatjes op de door aanknagen bedreigde plaatsen in de motorruimte of bij de
vermoedelijke ingangsopeningen paarsgewijs (+/–) aan te brengen. Derhalve is het aan
te raden de plaatjes in de buurt van door knagen bedreigde kabels te monteren. Ook als
de autoelektronica gewoonlijk volledig geïsoleerd is, moet erop gelet worden de plaat-
jes dusdanig te verleggen dat deze niet met geleidende bouwdelen in aanraking kunnen
komen. Het overspringen van vonken van de plaatjes naar delen van de autoelektronica
in niet mogelijk, omdat de gebruikte spanning van 400 +/– 50 Volt slechts vonken van
max. 0,7 mm lengte kan voortbrengen. Een afstand van 5 mm tot andere elektrische
delen sluit eventuele gevaren uit. Er moet in ieder geval op gelet worden dat de metalen
oppervlakte van de plaatjes noch sterk vervuild zijn, noch voortdurend aan vocht bloot-
35