• Wacht tot het toestel volledig is afgekoeld voordat u het
toestel voorbereid voor opslag.
• Voorzichtig: sommige onderdelen kunnen zeer heet
zijn. Houd jonge kinderen bij het toestel vandaan.
• Gebruik keukenhandschoenen als u de kookplaat en
vetopvangschaal wilt vastpakken.
• De slang mag niet gedraaid zitten.
• Gebruik dit toestel niet als de gascartouche niet in de
bijbehorende steun is gehaakt (B) (afb. 11).
D - GEBRUIK
AANSTEKEN VAN DE BRANDER
1. Voor de ingebruikneming
Gebruik dit toestel niet voordat u de gebruiksaanwijzing
helemaal heeft gelezen en begrepen. Controleer of de slang
geen onderdelen raakt die heet kunnen worden.
2. Elektronische aansteking van de brander (afb. 12)
1) Open het regelventiel (A) door het tegen de klok in te
draaien (naar de "+" op de pijl).
2) Druk de reduceerknop (B) in en draai naar de hoogste
stand (
) dus helemaal open, en druk meteen op de
ontstekingsknop (C) tot u een klik hoort. Herhaal dit zo
nodig 3 tot 4 maal tot de brander aan is.
3) Als de brander niet aanslaat, draait u de reduceerknop
(B) dicht (O). Wacht 5 minuten voordat u het opnieuw
probeert. Als de brander ook in de 2de poging niet
aanslaat, draai dan de reduceerknop (B) helemaal dicht
(O) en controleer of de brander verstopt is.
3. Handmatig aansteken van de brander (Afb. 13)
1) Als de elektronische ontsteking niet werkt, draait u de
reduceerknop (B) uit (O). Breng een brandende lucifer
(C) door de spijlen van het rooster. Houd de brandende
lucifer bij de brander.
2) Druk de reduceerknop (B) in en draai naar de hoogste
stand (
) dus helemaal open.
DOVEN (AFB. 10)
Draai de reduceerknop dicht (O) en draai het regelventiel zo
ver mogelijk rechtsom (naar "-" op de markering).
BEREIDING
- Het rooster (3) is ideaal om op te grillen.
- Omdat het vrijkomende vet in de vetopvangschaal valt,
is het bereide voedsel zeer gezond (geen achtergebleven
of verkoolde vetten); het voedsel behoudt zijn smaak en
blijft mals.
- Het rooster bereikt na 3 minuten voorverhitten met
gesloten deksel zijn maximale temperatuur (ideaal voor het
dicht schroeien van gegrild voedsel).
- Als het rooster heet is, kunt u het voedsel erop plaatsen
en de warmte instellen met behulp van de reduceerknop
tussen de hoogste stand (
) (afb. 12).
- De bereiding kan uitgevoerd worden met het deksel erop.
E - HET UITNEMEN VAN EEN CARTOUCHE
De cartouche kan worden verwijderd, zelfs als deze niet leeg
is. Verwijder of vervang de cartouche buiten en op veilige
afstand van andere mensen.
- Wacht tot het toestel is afgekoeld.
- Controleer of de gastoevoer helemaal uit is door het
regelventiel (A) (naar "-") en de reduceerknop (B) (naar "O")
zover mogelijk rechtsom te draaien (afb. 10).
- Houd de ontspanner vast, en draai vervolgens het patroon
los door deze zo te draaien als aangegeven wordt op
afbeelding 10 (C) (D) , en haal deze weg.
- Werp nooit een cartouche die niet leeg is, weg (kijk dit na
door deze te schudden en de afwezigheid van enig geluid
van de vloeistof vast te stellen).
) en de middelste stand (
F - DEMONTAGE, REINIGING EN OPSLAG
Onderhoud uw apparaat regelmatig, u zult er gedurende
talrijke jaren blij mee zijn.
Reinig uw apparaat niet wanneer deze aan staat. Wacht
tot deze is afgekoeld om brandwonden te voorkomen
die ontstaan vanwege de warme onderdelen (rooster,
vetopvangschaal...).
1. Als het toestel helemaal is afgekoeld, verwijdert u het
rooster (3) en de vetopvangschaal (2).
2. Reinig de vette onderdelen met water en zeep of een niet
schurend schoonmaakmiddel.
3. Voor eenvoudige reiniging kunt u het rooster en de
vetopvangschaal in de vaatwasser schoonmaken.
Rooster
Het rooster is geëmailleerd. Wij raden u aan om eerst
alle kookresten te verwijderen met een spons of een
schoonmaakdoekje. Verwijder vervolgens het vet met
afwasmiddel of inde vaatwasser. Zorg ervoor dat het
rooster nergens tegen aan botst, om te voorkomen dat het
email beschadigt.
4. Na het reinigen van de vetopvangschaal en het rooster
plaatst u ze in het toestel. Sluit het deksel en draai het op
slot. Het toestel kan aan de handgreep worden gedragen.
5. Bewaar het toestel en de cartouche in koele, droge en goed
geventileerde ruimte, buiten bereik van kinderen. Niet
opslaan in een afgesloten kelder of berging..
6. Wanneer het apparaat gedurende lange tijd niet wordt
gebruikt, ontkoppelt u de gastank van het apparaat en
gaat daarbij te werk zoals aangegeven wordt in paragraaf e.
7. In een omgeving die roest bevordert (zoals in de buurt
van de zee) dient u extra voorzichtig met het product om
te gaan. Laat het product niet zonder bescherming buiten
staan. Bewaar het in een beschutte en droge omgeving.
8. In het geval dat de injector verstopt raakt (de cartouche
bevat nog gas, maar het toestel gaat niet branden), mag
u deze niet zelf proberen te ontstoppen. Breng het toestel
terug naar de winkel.
TIPS VOOR BATTERIJEN
Wanneer dit symbool op de batterij staat,
betekent dat, dat de batterijen aan het eind van
hun levensduur uit de eenheid moeten worden
verwijderd en apart moeten worden ingezameld en
op de juiste manier moeten worden afgevoerd. De batterijen
mogen niet in het huisvuil worden gedaan, maar moeten
naar een inzamelpunt (afvalinzamelpunt) worden gebracht.
Informeer bij de plaatselijke overheid. Gooi batterijen niet
buiten in de natuur weg en verbrandt ze niet: bepaalde
stoffen (Hg, Pb, Cd, Zn, Ni) die in batterijen aanwezig zijn,
kunnen gevaarlijk zijn voor het milieu en voor de menselijke
gezondheid.
ELEKTRISCH EN ELEKTRONISCH AFVAL
Dit symbool betekent dat het elektrische systeem
van het toestel moet worden gerecycled. Na afloop
van zijn levensduur moet het elektrische systeem
op correcte wijze worden verwijderd. Het mag
niet samen met niet-gesorteerd gemeentelijk afval worden
verwijderd. Dankzij de selectieve ophaling van dit soort
afval kunnen de recyclebare materialen in dat afval worden
hergebruikt, gerecycled of op andere wijze geherwaardeerd.
Breng het elektrische systeem van dit toestel daarom naar
een gespecialiseerd afvalverwerkingsbedrijf (containerpark).
Informeer bij de plaatselijke overheid. Gooi batterijen niet
buiten in de natuur weg en verbrandt ze niet: de in gebruikte
elektrische en elektronische apparatuur aanwezige gevaarlijke
stoffen kunnen gevaarlijk zijn voor het milieu en mogelijk
negatieve gevolgen hebben voor de menselijke gezondheid.
15
NL