4.2
VERANDER DE RICHTINGSKNOP
Afbeelding 4.
OPMERKING
De machine heeft een tweerichtingsknop.
1. Druk op het voorwaarts-symbool om vooruit te gaan.
2. Druk op het achteruit-symbool om achteruit te gaan.
WAARSCHUWING
Ga alleen korte afstanden achteruit.
4.3
DE MACHINE STARTEN
Afbeelding 4.
1. Zet de aan-/uit-schakelaar op de positie met de blauwe
stip.
2. Druk op de richtingsknop.
3. Druk op de snelheidsknop.
4. Druk op de veiligheidsknop.
BELANGRIJK
Als u de gashendel niet binnen 4 seconden draait, moet
u de veiligheidsknop opnieuw indrukken.
5. Draai aan de gashendel.
4.4
DE MACHINE STOPPEN
Afbeelding 4.
1. Laat de gashendel los.
2. Zet de aan-/uit-schakelaar op de positie met de rode stip.
WAARSCHUWING
Laat de hendel niet los totdat de machine niet meer
beweegt.
WAARSCHUWING
Plaats de machine op een vlakke ondergrond.
4.5
GEBRUIK DE REM
Afbeelding 5.
4.5.1
VERGRENDEL DE REM
1. Ga op de rem staan.
4.5.2
ONTGRENDEL DE REM
1. Ga weer op de rem staan.
4.6
MAAK DE EMMER LEEG
Afbeelding 6.
1. Schakel de machine uit.
Nederlands
2. Druk op de ontgrendelingshendel voor de emmer om de
emmer te ontgrendelen.
3. Houd het handvat van de emmer vast om de emmer op te
tillen.
4. Maak de emmer leeg
5
ONDERHOUD
Zorg er vóór het onderhoud voor dat u
•
het gereedschap uitschakelt.
•
wacht tot alle bewegende delen stoppen.
•
Verwijder het accupack uit de machine.
Maak de kunststof behuizing of onderdelen niet schoon met
een agressief schoonmaakmiddel.
Zorg dat de kunststof onderdelen niet in contact komen met
remvloeistoffen, benzine of producten op basis van aardolie.
Chemicaliën kunnen het kunststof beschadigen en het
kunststof onbruikbaar maken.
5.1
OLIE VERVANGEN
Vervang de olie in het eerste jaar na elke zes maanden.
Vervang de olie daarna elk jaar.
5.1.1
DE OLIE VERWIJDEREN
Afbeelding 7.
1. Verwijder de afvoerdop met een sleutel (niet
meegeleverd).
2. Laat de olie afvloeien.
3. Plaats de afvoerdop terug en draai hem vast.
5.1.2
VOEG DE OLIE TOE
Afbeelding 8.
1. Verwijder de olieplug met een sleutel (niet meegeleverd).
2. Voeg de olie toe door het oliegat.
3. Plaats de olieplug terug en draai hem vast.
De oliecapaciteit bedraagt ongeveer 150 ml.
5.2
CONTROLEER DE
BANDENSPANNING
Afbeelding 6.
35
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
LET OP!
BELANGRIJK
NL