14
Gebruik het gaslamp niet als er een lek is, maar verwijder de gasfles.
4. Houd goed toezicht op een volledig gemonteerd gaslamp, vooral als het aan staat of aan het afkoelen is. Houd het uit de
buurt van kinderen. Minderjarigen mogen dit toestel niet gebruiken.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSCONTROLES VOOR DE GASFLES
1. Stel een gasfles niet bloot aan direct zonlicht. De omgevingstemperatuur moet lager zijn dan 40°C en hij moet uit de
buurt van ontstekingsbronnen, kinderen en hoge temperaturen worden gehouden.
2. Plaats de gasfles buiten op een veilige plek, uit de buurt van ontvlambare bronnen, zoals vuur en elektrische
verwarming.
3. Deze gasfles is een wegwerpartikel en kan niet opnieuw worden gevuld en gebruikt.
4. Voor uw veiligheid en om het milieu te beschermen is het belangrijk dat u een lege fles op een verantwoordelijke manier
weggooit en hem gescheiden houdt van ander afval.
5. Druk hem niet plat en gooi hem niet in een verbrandingsbron.
OPMERKINGEN BETREFFENDE DE BEDIENING
1. Doe voorzichtig als u het toestel gebruikt. Laat het toestel niet vallen.
2. Het toestel dient op een stabiele, vlakke en gladde ondergrond te worden gebruikt. Verplaats het gaslamp niet als het in
werking is.
3. Raak het glazen deksel NIET aan tijdens het gebruik van de lamp
4. Gebruik het toestel niet voor andere doeleinden dan waar het voor is bedoeld.
5. Gebruik het kookstel niet in de buurt van andere warmtebronnen. Door oververhitting kan het gaslamp beschadigd raken
en dit kan gevaarlijk zijn.
6. Houd alle ontvlambare materialen uit de buurt van een gaslamp dat aan staat of warm is. We raden u aan om tijdens en
na het gebruik geen ontvlambare materialen zoals slaapzakken op minder dan een meter van het gaslamp te plaatsen,
en dit totdat het gaslamp is afgekoeld.
7. Zorg ervoor dat uw gezicht en andere lichaamsdelen niet in de buurt komen van een gaslamp dat aan staat om
brandwonden te voorkomen.
8. Wees voorzichtig als u een gaslamp dat kort tevoren is gebruikt, opnieuw aansteekt. Het kan zijn dat er brandstof
verdampt doordat de brander nog warm is en dit kan brand of een explosie veroorzaken. We raden u aan te wachten
totdat het gaslamp volledig is afgekoeld voordat u het opnieuw aansteekt.
9. Als u de gasfles vervangt, zorg er dan voor dat het gaslamp is afgekoeld en uit staat en dat er geen andere mensen in
de buurt zijn. Kantel het gaslamp en de gasfles om gevaar veroorzaakt door een gaslek te voorkomen. Scheid na gebruik
het gaslamp en de gasfles en bewaar de gasfles uit de buurt van het gaslamp.
BEDIENINGSPROCEDURES
1. Neem de lamp uit de plastic houder Zorg ervoor dat de klep dicht is
2. Bevestig de lamp op een gasbus
3. Draai aan het glazen deksel tot het ontstekingsgat volledig open is, laat gas vrij en ontsteek
4. Na de ontsteking draait u het glazen deksel onmiddellijk dicht tot het ontstekingsgat volledig
verborgen is
5. Draai de knop voor vlamregeling naar links (tegen de klok in). Houd een vlam op ongeveer 1-3 cm afstand van de
brander. Het gas zou direct moeten gaan branden.
6. Draai aan de knop voor vlamregeling om de vlam naar behoefte af te stellen.
7. Een normale vlam moet stabiel en naar boven gericht zijn, met een blauwe of oranjegele vlam, afhankelijk van de
afstelling.
PROCEDURE VOOR HET UIT ELKAAR HALEN VAN HET GASLAMP
1. Draai de knop voor vlamregeling volledig naar rechts (met de klok mee) naar de OFF-stand en controleer of de vlam
volledig is gedoofd.
2. Laat het gaslamp volledig afkoelen. Houd het gaslamp stevig vast en draai de gasfles dan in de richting van de klok om
hem te verwijderen.
3. Plaats de lamp terug in de plastic container - Het glazen deksel is fragiel, vervoer of draag het NIET zonder de plastic houder
ONDERHOUD EN REPARATIES
1. Als de druk wegvalt, gaat het gas niet aan. Controleer of er nog brandstof in de gasfles zit. Als dit zo is, moet u vloeibaar
gas horen en voelen als u de fles heen en weer schudt. Als er nog gas in zit, kan het zijn dat de brander verstopt is.
Verwijder vuil met behulp van een doekje met een beetje methanol.
2. Blaas in de luchtinlaat om de brander en gasbek schoon te maken. Steek geen pin in de gasbek, want hierdoor kan hij
beschadigd raken wat de veiligheid in gevaar brengt.
3. Plaats de brander opnieuw en draai hem stevig aan voor een luchtdichte afsluiting. Plaats de gasfles opnieuw volgens de
beschreven bedieningsprocedures.
4. Controleer de geïntegreerde gasafdichting regelmatig op schade. Breng warm zeepwater aan op het scharnier en het
verbindingspunt van het toestel om te kijken waar er luchtbelletjes verschijnen die op een lek zouden wijzen. Als u
lekkend gas hoort of ruikt, probeer dan niet om het toestel aan te steken. Als u gas ruikt: Probeer niet om het toestel
aan te steken. Draai het vuur uit. Sluit de brandstoftoevoer af.
5. Om de veiligheid niet in gevaar te brengen en aanspraak te kunnen maken op de garantie, moet u op geen enkele manier
proberen om uw gaslamp te onderhouden, te veranderen, uit elkaar te halen en te repareren, tenzij dit in deze
gebruiksaanwijzing vermeld staat.
15