-
plaats 2 x AA/LR06 batterijen (let op de juiste polen)
-
vervang altijd alle batterijen tegelijkertijd
-
gebruik alleen batterijen van één fabrikant en met dezelfde capaciteit
-
neem de batterijen uit het meetgereedschap als u het langdurig niet
gebruikt (bij opslag voor langere tijd, kunnen de batterijen gaan roesten en
leegraken)
• Aan/uit
-
druk voor het inschakelen van het meetgereedschap op aan/uit-toets C
(onmiddellijk na het inschakelen zendt het meetgereedschap een laserstraal uit
laserstraalopening D)
! richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk zelf niet in de
laserstraal, ook niet vanaf een grote afstand
-
druk voor het uitschakelen van het meetgereedschap net zo lang op aan/
uit-toets C tot indicator E uitgaat
-
schuif schakelaar F in stand 6 om de pendeleenheid te vergrendelen
-
laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbeheerd achter en
schakel het meetgereedschap na gebruik uit (andere personen kunnen
door de laserstraal verblind worden)
-
als u het meetgereedschap niet gebruikt, schakel het dan uit om energie te
sparen
• Functies
-
alle functies kunnen zowel MET nivelleerautomaat (stand 5) als ZONDER
nivelleerautomaat (stand 6) gekozen worden
-
druk net zo lang op toets C tot de gewenste modus ingesteld is
1) Kruislijnmodus: het meetgereedschap creëert een horizontale en een
verticale laserlijn 7 8
2) Horizontale modus: het meetgereedschap creëert een horizontale laserlijn
9
3) Verticale modus: het meetgereedschap creëert een verticale laserlijn 0
• Werken met automatisch nivelleren
-
plaats het meetgereedschap op een horizontale, vaste ondergrond of bevestig
het op statief N of op de meegeleverde houder
-
schuif schakelaar F in stand 5 (indicator E brandt groen)
-
is automatische nivellering niet mogelijk, bijvoorbeeld omdat het oppervlak
waarop het meetgereedschap staat meer dan 4° van het horizontale vlak afwijkt,
dan knipperen de laserlijnen en brandtindicator E rood
-
stel in dit geval het meetgereedschap horizontaal op en wacht de zelfnivellering af
-
zodra het meetgereedschap zich weer binnen het zelfnivelleerbereik van ±4°
bevindt, branden de laserlijnen permanent, en brandt indicator E groen
-
buiten het zelfwaterpasbereik van ±4 ° is werken met de functie automatisch
waterpassen niet mogelijk, want dan kan niet worden gewaarborgd dat de
laserlijnen haaks op elkaar verlopen
-
bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens het gebruik wordt het
meetgereedschap automatisch opnieuw genivelleerd
-
controleer na opnieuw nivelleren de stand van de horizontale en verticale
laserlijn in relatie tot de referentiepunten om fouten te voorkomen
• Werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
-
schuif schakelaar F in stand 6 (indicator E brandt rood)
-
als automatisch waterpassen uitgeschakeld is, kunt u het meetgereedschap in
uw hand houden of op een schuine ondergrond plaatsen
-
de laserlijnen verlopen niet meer noodzakelijk loodrecht op elkaar
• Bevestigen met houder
-
met houder G kunt u het meetgereedschap bevestigen aan voorwerpen van
allerlei aard met een dikte van 10 tot 60 mm, bijv. aan verticale of horizontale
planken of buizen
19