· Als de timer wordt geselecteerd knippert het
desbetreffende display en de LEDS rond het display
gaan branden. Als een kookzone wordt geselecteerd,
gaan de LEDS van de timer uit en het display knippert
niet meer.
· Door een andere zone te selecteren, toont het display
van de timer de waarde van de timer die met die zone
verbonden is. De voor elke kookzone geprogrammeerde
timers blijven wel geactiveerd.
· De timer gedraagt zich verder net als de autonome
timer. Om de waarde te verhogen moet de selectietoets
van de timer worden gebruikt.
· Het verstrijken van de tijd wordt aangegeven door een
geluidssignaal en door het symbool "00" op het display,
de LED van de kookzone die aan de timer is toegewezen
knippert. De kookzone wordt uitgeschakeld en er wordt
een "H" getoond als de zone "warm is". Anders toont
het display van de zone een streepje.
Het geluidssignaal en het knipperen van het display
worden onderbroken
· automatisch na 2 minuten.
· door op één van de toetsen te drukken.
Het display van de timer gaat uit.
· De basisfuncties komen overeen met de beschrijving
van de autonome timer.
Voorzorgsmaatregelen: (Afb. 3)
- Bij het gebruik van de elementen wordt aangeraden
om gebruik te maken van pannen met een platte
bodem, waarvan de diameter gelijk is of iets groter dan
is aangegeven op de plaat;
- Overkoken van vloeistof vermijden; daarom bij het aan
de kook raken of hoe dan ook bij verwarmde
vloeistoffen de toevoer van warmte verminderen;
- de elementen niet ingeschakeld laten zonder pan of
met een lege pan of braadpan.
- Indien het oppervlak van de kookplaat beschadigd
raakt, moet u de stroomtoevoer van het apparaat
onmiddellijk uitschakelen om elektrische schokken te
vermijden.
- Gebruik geen stoomreinigers op de kookplaat.
- Dit apparaat is niet geschikt voor personen (inclusief
kinderen) wiens fysieke, sensorische of mentale
vermogens beperkt zijn of die onvoldoende ervaring of
kennis hebben, tenzij zij uitleg of gebruiksinstructies
voor het apparaat hebben gekregen van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
- Laat kinderen nooit alleen om zeker te zijn dat ze niet
met het apparaat spelen.
Onderhoud (Afb. 4)
Stukken
van
bladaluminium,
levensmiddelen, scheuten van vet, suiker, of sterk
suikerhoudende spijzen moeten met een schraper van
de kookvlakte onmiddellijk verwijderd worden om
mogelijke beschadiging van de bladoppervlakte te
voorkomen. Reinig de kookplaat na gebruik met een
geschikt product en keukenpapier; spoel vervolgens
met water en droog de plaat af met een schone doek.
Gebruik nooit sponzen of schuursponzen; vermijd
gebruik van agressieve chemische detergenten of
ontvlekker.
Instructies voor de installateur
Installatie
De onderstaande instructies zijn bedoeld voor de
gekwalificeerde installateur, die de installatie, regeling
en het onderhoud uitvoert volgens de geldende wetten
en normen. Reparaties moeten altijd worden uitgevoerd
terwijjl de stroomvoorziening van het apparaat is
onderbroken.
Plaatsing (Afb. 5)
1 Vooraanzicht
2 Zijaanzicht
Het apparaat is voorzien om te worden verzonken in een
keukenblad zoals geillustreerd in de betreffende figuur.
Dicht de ruimte tussen het keukenblad en de plaat
rondom af met de bijgeleverde kit.
Bevestig na het monteren van het apparaat een
beveiligingspaneel (hout of soortgelijk materiaal) in het
apparaat en houd u daarbij aan de in de afbeelding
aangeduide afstand.
Elektrische aansluiting
Alvorens de elektrische aansluiting te verrichten
verzekert men zich ervan dat:
- de karakteristieken van het stroomvoorzienende
apparaat voldoen aan hetgeen is vermeld op de
registratieplaat onderop de kookplaat;
- dat het stroomvoorzienende apparaat voorzien is van
een effectieve aardeverbinding volgens de wettelijk
voorgeschreven normen en beschikkingen. Het aarden
is verplicht volgens de wet.
In het geval dat het apparaat niet is uitgerust met een
kabel en/of stekker, dient gebruik gemaakt te worden
van materiaal, geschikt voor de stroomvoering en de
werktemperatuur, zoals aangegeven op de
registratieplaat. De kabel mag op geen enkel punt een
temperatuur bereiken die hoger is dan 50°C boven de
omgevingstemperatuur.
Plaats in de elektrische installatie een apparaat waarmee
de voeding onderbroken kan worden en waarvan de
contactpunten ver genoeg uit elkaar staan om in geval van
overspanning volgens categorie III volledige uitschakeling
te
bedradingsrichtlijnen.
De stekker of schakelaar moet gemakkelijk bereikbaar
zijn als de apparatuur eenmaal geinstalleerd is.
Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik met een externe
timer of een apart afstandsbedieningssysteem.
overblijfsels
van
De fabrikant wijst iedere verantwoordelijkheid af in
geval dat het bovenstaande en de gebruikelijke
preventieve normen niet worden gerespecteerd.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze door de
fabrikant of door de technische dienst worden
vervangen of in elk geval door een persoon met een
soortgelijke kwalificatie, zodat elk gevaar wordt
vermeden.
waarborgen
in
overeenstemming
met
de