OLOSSEN VAN PROBLEMEN
Als er een probleem is met uw luidsprekers, controleer dan eerst het volgende. Als de aangegeven oplossingen het
probleem niet verhelpen, of als uw probleem niet vermeld staat, neem dan contact op met de winkel waar u dit product
gekocht heeft, of met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer.
Probleem
De luidsprekers maken geen
geluid.
Eén bepaalde luidspreker geeft
geen geluid.
De subwoofer maakt vreemde
geluiden.
Het geluidsniveau is te laag.
Er is geen stroom terwijl de
POWER schakelaar in de ON
stand staat.
10
Olossen van problemen
Oorzaak
Het volume staat te laag.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld ('mute').
De instelling voor het ingangssignaal
is niet juist.
De bedrading is niet correct
aangesloten.
Omdat elke luidspreker een bepaalde
functie vervult, gebaseerd op de weer
te geven geluidssignalen, kan het
voorkomen dat een bepaalde
luidspreker op een bepaald moment
geen geluid hoeft weer te geven.
Afhankelijk van de
luidsprekerinstellingen of
weergavefuncties van de op de
luidsprekers aangesloten A/V
apparatuur, zullen sommige
luidsprekers in bepaalde gevallen
geen geluid produceren.
Het volume voor de luidspreker staat
te laag.
De bedrading is niet correct
aangesloten.
De subwoofer is verkeerd opgesteld.
De bedrading van de subwoofer is
niet correct aangesloten.
Er wordt een geluidsbron
weergegeven met te weinig lage
tonen.
De stekker is niet stevig in het
stopcontact gestoken.
Wat u moet doen
Regel het volume op de met de
luidsprekers verbonden A/V
apparatuur.
Schakel de geluidsweergave weer in
op de met de luidsprekers verbonden
A/V apparatuur.
Kies het juiste ingangssignaal op de
met de luidsprekers verbonden A/V
apparatuur.
Controleer de bedrading en de
aansluitingen van uw systeem.
Raadpleeg "Aansluiten van de
luidsprekers" (bladzijde 6) voor
details.
Raadpleeg "De Functies en de
Opstelling van de Luidsprekers"
(bladzijde 3) voor details.
Raadpleeg de handleiding van de
A/V apparatuur in kwestie voor
details.
Regel het volume op de met de
luidsprekers verbonden A/V
apparatuur.
Controleer de verbindingen tussen de
luidspreker en de A/V apparatuur.
Raadpleeg "De Functies en de
Opstelling van de Luidsprekers"
(bladzijde 3) voor details.
Controleer de verbindingen tussen de
subwoofer en de A/V apparatuur.
Laat een geluidsbron weergeven met
meer lage tonen.
Zet de POWER schakelaar op OFF en
steek dan de stekker stevig in het
stopcontact.