12
www.aeg.com
helft van het legrek kan onder de andere
helft worden geplaatst om de ruimte
beter te kunnen gebruiken.
Inklappen van het legrek:
1. Neem het halve deel er voorzichtig
uit.
2. Schuif het in de onderliggende
geleider en onder de andere helft.
6. AANWIJZINGEN EN TIPS
6.1 Normale bedrijfsgeluiden:
De volgende geluiden zijn normaal
tijdens de werking:
• Een zacht gorgelend en borrelend
geluid als het koelmiddel door
leidingen wordt gepompt.
• Een zoemend en kloppend geluid van
de compressor als het koelmiddel
wordt rondgepompt.
• Een plotseling krakend geluid uit de
binnenkant van het apparaat
veroorzaakt door thermische
uitzetting (een natuurlijk en
ongevaarlijk natuurkundig fenomeen).
• Een zacht klikkend geluid van de
thermostaat als de compressor aan of
uit gaat.
6.2 Tips voor
energiebesparing
• Eco modus / standaardinstelling
bewaart verse en diepvriesproducten
en bespaart energie.
• Eco modus / standaardinstelling
bewaart vers voedsel en bespaart
energie.
• Compartiment voor vers voedsel
(koelkast): Het meest efficiënte
gebruik van energie is verzekerd in de
configuratie met de lades in het
onderste deel van het apparaat en
met de rekken gelijkmatig verdeeld.
De positie van de deurbakken heeft
geen invloed op het energieverbruik.
• De deur niet vaker openen of open
laten staan dan strikt noodzakelijk.
6.3 Tips voor het koelen van
vers voedsel
• Zet geen warm voedsel of
verdampende vloeistoffen in de
koelkast.
• Dek het voedsel af of verpak het, in
het bijzonder als het een sterke geur
heeft.
• Plaats het voedsel zodanig dat de
lucht er vrijelijk omheen kan
circuleren.
6.4 Tips voor het koelen
Nuttige tips:
• Vlees (alle soorten): in plastic zakken
verpakken en op het glazen schap
leggen, boven de groentelade.
Bewaar vlees maximaal 1-2 dagen.
• Gekookte etenswaren, koude
gerechten: bedekken en op een
schap leggen.
• Fruit en groeten: goed wassen en in
een speciale lade leggen. Bananen,
aardappelen, uien en knoflook
moeten als deze niet verpakt zijn niet
in de koelkast worden bewaard.
• Boter en kaas: in speciale luchtdichte
bakjes leggen of in aluminiumfolie of
plastic zakjes wikkelen om zoveel
mogelijk lucht uit te sluiten.
• Flessen: afsluiten met een dop en in
de deur plaatsen of (indien
beschikbaar) in het flessenrek.
1
2