Nederlands
○ Er is een risico op terugslag als de motor kettingzaag zo ver
wordt geduwd dat er met de punt van het zwaard wordt gezaagd.
Het is het veiligst om met de onderkant van het zwaard en de
ketting te zagen. Zagen met de bovenkant maakt het hanteren
en controleren van de motor kettingzaag veel moeilijker en
verhoogt het risico op terugslag.
○ In het geval de ketting blokkeert, de gashendel onmiddellijk
loslaten.
Als de motor met hoge snelheid blijft draaien terwijl de ketting
geblokkeerd is, kan de koppeling oververhit en defect raken.
OPMERKING
Houd de schorssteun, indien aanwezig, naar de boom gericht,
want de ketting kan plotseling de boom in worden getrokken.
KAPPEN
Goed kappen is meer dan gewoon even een boompje omzagen.
De kunst is de boom te laten vallen op de gewenste plek, zonder de
boom zelf of iets anders te beschadigen.
Voor u een boom gaat kappen, moet u alle omstandigheden
die invloed hebben op de richting waarin de boom zal vallen in
aanmerking nemen, zoals:
De richting waarin de boom zelf al helt. De vorm van de kruin.
Eventuele sneeuw op de kruin.
Windrichting en -sterkte. Obstakels in het bereik van de boom (bijv.
andere bomen, stroomleidingen, wegen, gebouwen enz.).
WAARSCHUWING
○ Houd altijd rekening met de toestand van de boom zelf. Let op
verval en rot in de stam, waardoor de stam kan breken en vallen
voor u het verwacht en in een onverwachte richting.
○ Let op dode takken die makkelijk af kunnen breken terwijl u aan
het werk bent en op u kunnen vallen.
Houd mensen en dieren op een afstand van minstens twee keer
de lengte van de boom terwijl u de boom aan het kappen bent.
Haal struiken en takken rond de boom van tevoren weg.
Bereid een ontsnappingsweg voor, weg van de richting waarin
de boom zal worden geveld.
BASISREGELS VOOR HET KAPPEN VAN BOMEN
Normaal gesproken bestaat het kappen uit twee handelingen,
namelijk het zagen van inkepingen en het maken van de zaagsnede
die de boom velt. Begin met de bovenste zaagsnede van de inkeping
aan de kant van de boom in de gewenste valrichting. Kijk langs de
onderste zaagsnede van de inkeping of u niet te diep in de stam
zaagt. De inkeping moet diep genoeg zijn om een voldoende breed
en sterk scharnier te vormen. De inkeping moet breed genoeg zijn
om de val van de boom zo lang mogelijk te kunnen blijven sturen.
Zaag de velsnede vanaf de andere kant van de stam 3–5 cm boven
de punt van de inkeping. (Afb. 23)
24. Velrichting
25. 45o minimum hoek van de inkeping
26. Scharnier
27. Velsnede
Zaag de stam nooit helemaal door. Laat altijd een strook hout over
die als scharnier kan dienen.
Dit scharnier stuurt de val van de boom. Als de stam helemaal door
wordt gezaagd, heeft u geen controle meer over de richting waarin
de boom zal vallen.
Sla ruim voordat de boom zijn stabiliteit verliest en begint te bewegen
een wig of velhefboom (koevoet) in de zaagsnede. Hierdoor
voorkomt u dat het zwaard klem komt te zitten in de zaagsnede
wanneer u de velrichting verkeerd heeft ingeschat. Zorg ervoor dat
er geen mensen in de valzone zijn voor u de boom omduwt.
VELSNEDE BIJ EEN STAMDIAMETER VAN MEER DAN TWEE
KEER DE LENGTE VAN HET ZWAARD
Zaag een fl inke, brede inkeping. Maak vervolgens een zaagsnede
in het midden van de stam, vanaf de punt van de inkeping. Laat
altijd een strook hout over als scharnier aan beide zijden van de
middensnede. (Afb. 24)
Zaag tenslotte rondom de holte in het midden van de stam om de
boom te vellen, zoals op Afb. 25.
WAARSCHUWING
Deze werkwijze is zeer gevaarlijk, omdat er met de punt van
het zwaard moet worden gewerkt en er dus een terugslag kan
optreden.
56
Deze technieken mogen alleen worden toegepast door
geschoolde vaklui.
TAKKEN VERWIJDEREN
In dit geval bedoelen we het verwijderen van de takken van een
gevelde boomstam.
WAARSCHUWING
De meeste ongelukken door terugslag gebeuren bij het
verwijderen van takken.
Gebruik in geen geval de punt van het zwaard. Wees zeer
voorzichtig en vermijd de stam, andere takken of voorwerpen
met de punt van het zwaard. Wees zeer voorzichtig met gebogen
takken. Deze kunnen in onverwachte richtingen wegspringen
zodat u de controle verliest, wat kan leiden tot letsel. (Afb. 26)
Sta aan de linkerkant van de stam. Zorg ervoor dat u stevig staat
en laat de motor kettingzaag op de stam rusten. Houd de motor
kettingzaag dicht bij uw lichaam zodat u er volledige controle over
heeft. Blijf uit de buurt van de ketting. Beweeg alleen met de stam
tussen u en de ketting. Pas op voor wegspringende gebogen takken.
AFZAGEN VAN DIKKE TAKKEN
Bij het verwijderen van dikke takken kan het zwaard gemakkelijk
vastlopen.
Gebogen
takken
wegspringen, dus u kunt dergelijke takken het best in kleinere
stappen doorzagen. Pas dezelfde principes toe als bij het kappen
van een boom. Denk vooruit en blijf letten op de mogelijke gevolgen
van wat u doet.
DOORZAGEN VAN DE STAM/AFKORTEN
Voor u begint met het doorzagen van de stam, moet u zich proberen
voor te stellen wat er zal gebeuren. Let op de spanning in de stam en
zaag op zo'n manier dat het zwaard niet vastloopt.
DOORZAGEN VAN STAMMEN, DRUK VAN BOVEN
Ga stevig staan. Maak eerst een zaagsnede aan de bovenkant.
Maak deze snede niet te diep; ongeveer 1/3 van de diameter van
de stam is genoeg. Maak het karwei af met een zaagsnede aan de
onderkant van de stam.
Zorg ervoor dat de twee zaagsnedes samenkomen. (Afb. 27)
28. Ontspanningssnede
29. Dwarsdoorsnede
30. Druk van boven
31. Drukzijde
32. Trekzijde
33. Relatieve diepte van de zaagsnedes
DIKKE STAM, DIAMETER GROTER DAN DE LENGTE VAN HET
ZWAARD
Zaag eerst aan de andere kant van de stam. Trek de motor
kettingzaag naar u toe en volg daarna de hierboven beschreven
procedure. (Afb. 28)
Als de stam op de grond ligt, kunt u eerst een gat zagen om te
voorkomen dat u in de grond zaagt. Maak het karwei af met een
zaagsnede aan de onderkant van de stam. (Afb. 29)
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR TERUGSLAG
Probeer geen gat te zagen als u daarin niet getraind bent. Een
gat zagen betekent dat er met de punt van het zwaard gewerkt
moet worden, wat kan leiden tot terugslaan van de kettingzaag.
DOORZAGEN VAN STAMMEN, DRUK VAN ONDER
Ga stevig staan. Begin met een zaagsnede aan de onderkant van
de stam. De diepte van deze zaagsnede moet ongeveer 1/3 van de
diameter van de stam bedragen.
Maak het karwei af met een zaagsnede aan de bovenkant. Zorg
ervoor dat de twee zaagsnedes samenkomen. (Afb. 30)
34. Ontspanningssnede
35. Dwarsdoorsnede
36. Druk van onder
37. Trekzijde
38. Drukzijde
39. Relatieve diepte van de zaagsnedes
DIKKE STAM, DIAMETER GROTER DAN DE LENGTE VAN HET
ZWAARD
Zaag eerst aan de andere kant van de stam. Trek de motor
kettingzaag naar u toe en volg daarna de hierboven beschreven
kunnen
plotseling
breken
en