Veiligheidsvoorschriften
• De loc mag alleen met een daarvoor bestemd bedrijfssy-
steem (Märklin AC, Märklin Delta, Märklin digitaal, DCC of
Märklin Systems) gebruikt worden.
• Alleen net-adapters en transformatoren gebruiken
waarvan de aangegeven netspanning overeenkomt met
de netspanning ter plaatse.
• De loc mag niet vanuit meer dan één stroomvoorziening
gelijktijdig gevoed worden.
• Lees ook aandachtig de veiligheidsvoorschriften in de
gebruiksaanwijzing van uw bedrijfssysteem.
• Voor het conventionele bedrijf met de loc dient de
aansluitrail te worden ontstoort. Hiervoor dient men de
ontstoor-set 74046 te gebruiken. Voor het digitale bedrijf
is deze ontstoor-set niet geschikt.
• Stel het model niet bloot aan in directe zonnestraling,
sterke temperatuurwisselingen of hoge luchtvochtigheid.
• OPGEPAST! Functionele scherpe kanten en punten.
• Ingebouwde LED's komen overeen met de laserklasse 1
volgens de norm EN 60825-1.
Belangrijke aanwijzing
• De gebruiksaanwijzing en de verpakking zijn een bestand-
deel van het product en dienen derhalve bewaard en
meegeleverd te worden bij het doorgeven van het product.
• Voor reparatie of onderdelen kunt u zich tot uw Märklin
handelaar wenden.
• Vrijwaring en garantie overeenkomstig het bijgevoegde
garantiebewijs.
• Afdanken: www.maerklin.com/en/imprint.html
12
Functies
• Herkenning van het bedrijfssysteem: automatisch.
• Mfx-technologie voor het Mobile Station / Central Station.
Naam af de fabriek: DB 210 003-0
• Vanaf de fabriek ingesteld: 21 / DCC 03
• Instellen van de locomotiefparameters (adres, optrek-
afremvertraging (ABV), maximumsnelheid): d.m.v. Control
Unit, Mobile Station of Central Station.
• Rijrichtingafhankelijke frontseinen.
• Diverse schakelbare functies.
• Speelmodus machinist
• Verdere aanwijzingen voor deze speelmodus vindt u in de
bijgevoegde uitgebreide gebruiksaanwijzing.
• In analoogbedrijf zijn alleen de rij- en lichtwissel-functies
beschikbaar.
Opmerking:
Het digitaalprotocol met de meeste mogelijkheden is het
primaire digitaalprotocol. De volgorde van de digitaalproto-
collen is afnemend in mogelijkheden:
Prioriteit 1: mfx
Prioriteit 2: DCC
Prioriteit 3: MM
Als er twee of meer digitale protocollen op de rails worden
herkend, dan neemt de decoder automatisch het hoogwaar-
digste protocol over; bijv. word mfx & MM herkend, dan
wordt het mfx signaal door de decoder overgenomen. De
verschillende protocollen kunnen via de parameter CV 50
gedeactiveerd worden.