3. INSTALLATIE
3.1 SELECTEREN VAN DE LOCATIE
De pomp moet worden geïnstalleerd:
• Vóór het filter, een verwarmingssysteem en/of een waterbehandelingsysteem.
• Op een minimale afstand van 2 meter van de rand van het zwembad om te voorkomen dat er water
tegen het apparaat spat. Het is mogelijk dat er andere afstanden gelden. Raadpleeg de geldende
voorschriften in het land van installatie.
• Idealiter 30 cm onder het waterniveau.
• Buiten een ruimte die kan overstromen of op een basis met afvoermogelijkheid.
• In een geventileerde ruimte zodat de pomp kan afkoelen.
De pomp moet niet worden geïnstalleerd:
• In een ruimte waar regen en spetters vallen.
• Dicht bij een warmtebron of een bron van ontvlambaar gas.
• In een ruimte die niet kan worden schoongemaakt of waarin bladeren, droog gebladerte of andere
ontvlambare elementen terecht kunnen komen.
• In Zone 0 en Zone 2 (FIGUUR 1).
ZONE 2
2,5 m
2 m
2 m
ZONE 2
ZONE 1
78
ZONE 1
ZONE 0
ZONE 0
FIGUUR 1 - INSTALLATIEZONES
Algemene handleiding voor installatie en onderhoud
PLAFOND
1,5 m
1,5 m
ZONE 2
2,5 m
Skimmer
2 m
2 m
ZONE 1
ZONE 2
- ZWEMBADPOMPEN