2A Snelheidsregelaar
2B Stuurwiel
2C Antenne
2D Deksel
2E ON/OFF-schakelaar
3 BaTTerIJen PlaaTsen en eIndMonTage
3A Draai de borgschroef los en trek de
afdekking weg in de richting van de pijl.
3B Plaats 6 AA-batterijen van 1,5 V. Let op
de richting van de polen, zoals aange-
geven in het batterijvak.
3C Sluit de afdekking van het batterijvak
en draai de borgschroef weer vast.
4 oPladen Van de BooTaCCu
Let op: neem steeds de betreffende aanwijzingen in de handleiding in acht wanneer
u de bootaccu oplaadt. Na het varen moet de accu steeds 15 tot 30 minuten afkoelen
voordat u hem oplaadt, anders kan hij beschadigd raken. Bij het laden moet steeds
toezicht worden gehouden. Laad de accu steeds op op een vuurvaste ondergrond en in
een brandveilige omgeving.
4A De kajuitkap wordt aan de achterzijde van de boot vastgezet met een hendel.
Draai deze zijwaarts naar rechts af naar links om de kap te openen. Daaronder
bevindt zich de eigenlijke kap. Draai de vier kleine draaihendels naar buiten, naar
het symbool van het geopende slot, om de kap weg te nemen.
4B Neem de accu uit het compartiment en koppel hem los van de boot. Steek de
adapter in een stopcontact. Verbind de lader met de adapter. Aan de bovenzijde
gaan een groene en een rode led branden.
4C Verbind de witte stekker van de accu met de lader. Gebruik hierbij geen geweld en
let erop, dat u de stekkers niet verkeerd om in elkaar steekt. Tijdens het laden gaat
de groene led op de lader uit. Na een laadtijd van ca. 240 minuten wordt de led op
de lader groen en is de accu volledig opgeladen. Koppel de stekker van de accu na
het laden los van de lader en trek de adapter uit het stopcontact.
Na een laadtijd van ca. 240 minuten kan de boot 6 à 8 minuten varen.
Waarschuwing:
De accu wordt niet warm tijdens het laden. Onderbreek het laden onmiddellijk als de
accu toch warm of zelfs heet wordt!
32
2 zender
2F Power-led
2G Trimregelaar snelheid
2H Trimregelaar roer
2I Verbindings-led
3D Het model wordt geleverd met een
standaard. Let bij de montage op de
verbindingsstukken, hierop is de juiste
montagestand aangegeven.
3E Vaar alleen met het model met
aangebrachte beschermkap. Breng de
kap eenvoudig aan op de boeg van de
boot door de bevestigingspin in het
gat te drukken.
5 sTarTVoorBereIdIng
Zorg ervoor dat de trimregelaar voor de besturing in de middelste stand staat voor u
begint met varen. Ga beslist in deze volgorde te werk bij het inschakelen: Sluit eerst
de accu aan op de boot en bevestig de accu in het accucompartiment met de
meegeleverde kabelbinders (5A).
Zet nu de binnenste en de buitenste cabinekap op de boot en sluit de
cabinekapsluitingen. De boot wordt door de veiligheidsschakeling pas ingeschakeld
wanneer hij in het water wordt gezet.
Let op! De boot wordt pas ingeschakeld wanneer hij in het water wordt gezet!
In de cabinekap is een afdichtingslip ingelaten (5B). Voordat de kap op de boot wordt
geplaatst, moet absoluut worden gecontroleerd of de afdichtingslip goed in de groef
zit, anders kan er water in de romp binnendringen
Laat uw boot te water op een plek waar het water ten minste 20 cm diep is. Zet nu
de ON/OFF-schakelaar van de zender (2E) op „ON". De groene binding-led (2I) gaat
knipperen. Wanneer deze led continu groen gaat branden, is de boot klaar om mee
te varen.
Verzeker u ervan dat er geen gras, stokken of vuilnis in het water drijven; de boot kan
dan vast blijven zitten! Zet de boot in het water met het achterschip in uw richting.
Geef de boot een zetje, zodat hij op veilige afstand van de oever komt. Stel de
trimregelaar voor de besturing op de zender zo in, dat de boot rechtdoor vaart als het
stuurwiel in het midden staat. Trek de snelheidsregelaar langzaam naar u toe om te
beginnen met varen.
Let op! Wanneer de boot langzamer gaat varen, dient u hem onmiddellijk terug
naar de oever te sturen, zodat de accu niet beschadigd raakt door diepontladen. Let
absoluut op het volgende: bij het uitschakelen van de boot en de zender moet eerst
de accu in de boot worden losgekoppeld. Zet pas daarna de ON/OFF-schakelaar op
de zender op „OFF".
33