6.2
Reiniging en desinfectie
VOORZICHTIG
Gevaar van materiaalbeschadiging!
Gebruik voor het reinigen en desinfecteren geen
oplosmiddelen (bijv. aceton, alcohol) of reinigingsmiddelen
met schurende deeltjes. Hanteer uitsluitend de beschreven
methoden en gebruik uitsluitend de genoemde reinigings- en
ontsmettingsmiddelen. Andere middelen, doseringen en
inwerkingstijden kunnen het product beschadigen.
Voor informatie over geschikte reinigings- en
desinfectiemiddelen en hun specificaties, zie document
9100081 op www.draeger.com/IFU.
1. Prepareer een reinigingsoplossing van water en een
reinigingsmiddel.
2. Reinig alle componenten met een zachte doek en een
reinigingsoplossing.
3. Spoel alle componenten onder stromend water grondig af.
4. Prepareer een desinfectiebad van water en een
desinfectiemiddel.
5. Leg alle componenten die gedesinfecteerd moeten worden
in het desinfectiebad.
6. Spoel alle componenten onder stromend water grondig af.
AANWIJZING
Reinigings- en desinfectiemiddelen werken in het algemeen
ontvettend. Smeer O-ringen en beweegbare onderdelen in
met siliconenvet, bijv. Christolube CG 111.
7. Alle componenten aan de lucht of in de droogkast laten
drogen (temperatuur: max. 60 °C). Tegen directe
zonnestraling beschermen.
nl
Onderhoud
83