kabelstekkerdoos aan het apparaat wordt getrokken. Bovendien wordt de kabel
op deze manier bij het draaien automatisch naar de andere kant omgelegd.
–
In de kabel een lus in de vorm van een halve cirkel vormen - ca. 80 cm van de
aansluitkoppeling van de kabel vandaan.
–
De kabel in de snoerontlasting van beneden uit erdoor steken en rond de
bevestigingsbeugels slaan.
–
Kabel aan beide uiteinden vastpakken en strak trekken in de snoerontlasting.
Starten van de motor (Afbeelding A2 )
De motor alleen starten als u achter de maaier staat.
De maaier in elk geval op een vlak, niet met hoog gras begroeide ondergrond zetten (te
hoog gras remt de aanloop van de mesbalk en bemoeilijkt het startproces). Bij het
starten van de motor mag de machine niet omhoog worden gekanteld, maar, indien
vereist, door de duwboom omlaag te duwen slechts zo schuin worden gezet, dat het
snijgereedschap in de van de gebruiker afgewende richting wijst, maar niet verder dan
absoluut noodzakelijk is. Voordat het apparaat weer op de grond staat, moeten beide
handen zich aan het bovenste deel van de duwboom bevinden.
–
Voor het inschakelen van de motor eerst op de rode knop drukken en deze
ingedrukt houden.
–
Met de andere hand de schakelbeugel tegen het bovenste deel van de duwboom
drukken. Tijdens de werking moet de schakelbeugel in deze positie worden
vastgehouden.
–
De rode knop kan dan losgelaten worden.
BELANGRIJK
Als de motor na 5 seconden na inschakelen van het apparaat niet aanloopt, dan
1.
Schakelbeugel weer loslaten
2.
Netstekker uittrekken!
3.
Aansluitleiding controleren
4.
Spanning aan het huis (zekering) controleren
5.
Apparaat controleren op blokkeringen in de maairuimte
6.
Door een geautoriseerde vakwerkplaats laten controleren.
11 UITSCHAKELEN VAN DE MOTOR (AFBEELDING F )
Om de motor uit te schakelen, de schakelbeugel loslaten. De motor wordt
uitgeschakeld en de automatische messenrem brengt het messensysteem binnen 3
seconden tot stilstand.
12 STOPPEN IN GEVAL VAN NOOD
Veiligheidsschakelbeugel loslaten.
–
Het mes komt tot stilstand.
–
De motor wordt uitgeschakeld.
OPGELET
Vóór elk maaien controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de motorrem
foutloos functioneert.
–
als de veiligheidsschakelbeugel wordt losgelaten, dan moeten motor en
mesbalk binnen drie seconden blijven stilstaaan.
Anders de dichtstbijzijnde geautoriseerde vakwerkplaats opzoeken.
13 GRASOPVANGINRICHTING
Gebruik met grasopvangzak
Let er bij het maaien op, dat de opvangzak op tijd wordt leeggemaakt. Het turbosignaal
op de opvangzak geeft het juiste tijdstip aan om de zak leeg te maken.
BELANGRIJK
Men moet erop letten dat bij het hanteren met de opvangzak de schans (1) S1
niet verbogen wordt.
Turbosignaal (vulstandsindicatie van de grasopvangzak)
(Afbeelding J + K )
Aan de bovenkant van de opvangzak is een indicatie geplaatst, waarmee men zien kan
of de opvangzak leeg of vol is:
–
Indien de opvangzak leeg is gaat het signaal onder het maaien bol staan J .
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina
–
Indien de opvangzak vol is valt het signaal in elkaar; dan moet het maaien dadelijk
gestaakt en de opvangzak leeg gemaakt worden K .
BELANGRIJK
Indien het weefsel van de opvangzak erg vuil is gaat het signaal niet bol staan.
Het weefsel moet dan worden schoongemaakt! Alleen met een luchtdoorlatende
opvangzak is een foutloos opnemen van het gras mogelijk.
BELANGRIJK
Opvangzak niet met warm water reinigen!
Leegmaken van de opvangzak
–
Motor uitschakelen.
–
Uitwerpklep openen.
–
De gevulde opvangzak van de maaier met de draagbeugel uit de maaier loshaken
– de uitwerpklep sluit automatisch.
–
Opvangzak aan beugel en handgleuf op de bodem vasthouden en goed
leegschudden.
Gebruik zonder opvangzak
WAARSCHUWING
Bij het gebruik zonder opvangzak moet de uitwerpklep aan het maaichassis
steeds gesloten zijn (naar onder geklapt).
14 HET MAAIEN
Maaien op hellingen
OPGELET
De maaier kan in bermen en op hellingen die tot 58% (30° helling) aflopen,
worden ingezet.
Om veiligheidsredenen raden wij u echter dringend aan om dit theoretische
potentieel niet te volle te benutten. Zorg altijd voor een stabiele stand. In principe
mogen met de hand geleide grasmaaiers bij hellingen steiler dan 26% (15°
helling) niet worden ingezet. Het gevaar dreigt dat de stabiliteit verloren gaat.
Voeren van de kabel bij het maaien
De kabel zo klaar leggen, dat de machine hem lopend over het reeds gemaaide gazon
losjes kan meetrekken. Bij het keren van het apparaat legt de ontlasting de kabel
automatisch om op de andere zijde van de duwboom.
Erop letten dat de kabel uit de buurt van het snijgereedschap wordt gehouden en geen
lussen vormt.
De netaansluitleiding elke keer voordat u gaat maaien onderzoeken op tekenen van
beschadigingen en alleen gebruiken in foutloze toestand.
Controle van de bedrijfsveiligheid
De grasmaaier is uitgerust met een motorstop-inrichting.
Vóór elk maaien controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de motorstop foutloos
functioneert. Als de schakelbeugel wordt losgelaten, dan moeten motor en mesbalk
binnen drie seconden tot stilstand komen.
De beugel moet na het loslaten in elk geval weer in de in de afbeelding „Beschrijving
van de componenten" getoonde positie terugspringen.
Als dit niet het geval is, dan moet dit onmiddellijk door een geautoriseerde
vakwerkplaats gecontroleerd worden.
3
Verwondingsgevaar!
Als de nalooptijd van het apparaat groter is, het apparaat niet meer gebruiken en naar
een geautoriseerde vakwerkplaats brengen.
Meten van de nalooptijd
Na het starten van de elektrische motor draait het mes en is een windgeluid hoorbaar.
De nalooptijd komt overeen met de duur van het windgeluid na het uitschakelen van de
elektrische motor, en deze kan met een stopwatch worden gemeten.
Veiligheids- en bescherminrichtingen van de machine mogen niet gemanipuleerd of
gedeactiveerd worden!
Erop letten dat alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en niet
beschadigd zijn!
Het bovenste gedeelte van de duwboom (isolatie) controleren op beschadigingen. Als
de overtrekslang beschadigd is, absoluut de dichtstbijzijnde geautoriseerde
vakwerkplaats opzoeken, aangezien anders verwondingen (elektrische schok) door
aanraking van spanninggeleidende delen het gevolg kunnen zijn.
7
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen
zie tabel pagina 3