MONTAGE VAN DE FIETSEN OP DE FIETSENDRAGER
De eerste fiets moet in de achterste wielhouders geplaatst worden (degene die
het dichtst bij de auto is) en met de framehouder aan de U-vormige beugel
vastgemaakt worden.
Stel de wielhouders door middel van
inschuiven en uittrekken zodanig in dat de
wielen van de fiets er zo diep mogelijk in
staan, zo symmetrisch mogelijk. Let op: Trek
de wielhouders maximaal tot aan de rode
markering uit! De wielen worden met de
spanbanden stevig aan de wielhouders
vastgemaakt.
Bevestig de fiets zelf via de framehouder aan
de U-vormige beugel. Aangezien de
framehouders niet plaatsgebonden zijn, kunt
u meerdere posities uitproberen. Het is
belangrijk om de framehouders zo hoog
mogelijk te plaatsen. De fietsen maakt u vast
via de spanbanden. Door het gebruik van
deze spanbanden kan elke fiets gemakkelijk
vastgemaakt worden en wordt het crankstel
van de fiets niet belast!
Zet elke volgende fiets, iedere keer in tegengestelde richting, in de
wielhouders en ga te werk zoals bij de eerste fiets. De vierde fiets
dient met de losse framehouder (zie foto) aan het frame van de
derde fiets bevestigd te worden.
Beveilig tenslotte uw fietsen met de lange zwarte spanband
(meegeleverd). Leg deze hiervoor om de frames van de fietsen en om de U-
beugel en trek de spanband vervolgens goed vast.
12