vastgelegde werkperiode dienen voor een juiste
beoordeling ook de hierin optredende vrijloop- en
stilstandtijden van de machine in acht te worden
genomen. De belasting over de totale werkpe-
riode kan op deze manier aanzienlijk worden
verminderd.
3
Elektrische aansluiting en inbedrijf-
stelling
De netspanning dient overeen te komen
met de indicatie op de kenplaat.
Om de machine in te schakelen, drukt u de
schakelaar (1.2) naar beneden en naar voren tot
hij inklikt. Om hem uit te schakelen, drukt u de
schakelaar naar beneden - de vergrendeling van
de schakelaar wordt hierdoor opgeheven en hij
gaat terug in de UIT-stand. Zie fi guur 2 voor het
aansluiten en ontkoppelen van het netsnoer.
Schakel de machine vóór het aansluiten
of loskoppelen van de aan-sluiting op het
elektriciteitsnet altijd uit!
4
Elektronica
De machine bezit een volledige golfelek-
tronica met de volgende kenmerken:
Zachte aanloop
De zachte aanloop zorgt voor een stootvrije aan-
loop van de machine.
Toerentalregeling
Het toerental kan met de stelknop (1.6) traploos
tussen 3000 en 6000 min
mee kunt u de freessnelheid van het betreffende
materiaal optimaal aanpassen.
Constant toerental
Het vooraf ingestelde toerental wordt bij onbelast
toerental en bij bewerking constant gehouden.
Temperatuurbeveiliging
Bij een te hoge temperatuur van de motor worden
de stroomtoevoer en het toerental verminderd. De
machine loopt nog maar met een gering vermo-
gen, zodat de motor met behulp van de motor-
ventilatie snel kan afkoelen. Wanneer de motor
is afgekoeld, herneemt de machine vanzelf weer
zijn normale toerental.
5
Instellingen aan de machine
Als aan de machine wordt gewerkt, dient
altijd de stekker uit het stopcontact te
worden gehaald!
5.1
Schuurbeweging
Met de schakelaar (1.1) kunnen twee verschil-
lende schuurbewegingen worden ingesteld.
-1
worden ingesteld. Hier-
De omzetting kan alleen bij stilstaande
steunschijven worden uitgevoerd, omdat
de schakelaar tijdens het gebruik om
veiligheidsredenen vergrendeld is.
Rotex-gebogen baan (grof schuren, polijsten)
De Rotex-gebogen baan combineert een
draai- en een excenterbeweging. Deze
stand wordt gekozen om te schuren met
veel slijpsel (grof schuren) en om te po-
lijsten.
Schuif de schakelaar (1.1) hiervoor in de rech-
terstand.
Excenterbeweging (fi jnschuren)
Deze stand wordt gekozen om te schuren
met weinig slijpsel voor een oppervlak
zonder groeven (fi jn-schuren).
Druk de schakelaar (1.1) hiervoor naar beneden
in schuif hem in de linkerstand.
5.2
Schijfrem
Het rubbermanchet (3.1) voorkomt dat de steun-
schijf bij de excenterbeweging (fi jn-schuren) on-
gecontroleerd omhoog draait. Omdat de manchet
na verloop van tijd slijt, moet deze bij een slech-
tere remwerking door een nieuwe (bestelnr. 453
388) worden vervangen.
5.3
Selectie en montage van de slijp-schijf
Selectie van de slijpschijf
Afhankelijk van het te bewerken oppervlak kan het
apparaat worden uitgerust met drie verschillende
soorten slijpschijven:
Hard: grofslijpen van oppervlakken, slijpen van
randen.
Zacht: universeel voor grof- en fi jnslijpen, voor
platte en bolle vlakken.
Superzacht: fi jnslijpen van vormstukken, rondin-
gen, cirkelstralen. Niet gebruiken voor randen.
Montage
Met het FastFix-systeem kunnen steunschijven
zonder gereedschap worden verwisseld:
- Zet de schakelaar (1.1) naar rechts op Rotex-
gebogen baan,
- Druk op de spilstop (1.5), richting van de bewe-
ging (3.2) eerst zijwaarts en dan naar voren,
- Draai de betreffende steunschijf van de spil
(schroefdraad rechts),
- Houd de spilstop ingedrukt en schroef de nieuwe
steunschijf vast (let er daarbij op dat het rub-
bermanchet (3.1) correct gemonteerd is!),
- Laat de spilstop los.
Spindelstop alleen bij stilstaande aandrijfspindel
indrukken. Bij een ingedrukte spindelstop mag de
motor niet ingeschakeld worden.
27