Metal Works CAT135 Mode D'emploi page 4

6 Onderhoud
• Gebruik enkel een goedgekeurd reinigingsmiddel.
• Hou de filter proper, en vervang het reinigingsmiddel wanneer het vuil wordt.
• Verwijder de stop (11) om de kuip te ledigen.
Nota: installeer een elleboog en een flexibel om de vloeistof te laten lopen in een opvangreservoir.
• Na het ledigen, reinig de kuip om restvuil te verwijderen alvorens opnieuw te vullen.
• Verwerk het vervuilde reinigingsmiddel overeenkomstig de plaatselijke wetgeving.
• Bescherm de stalen kuip tegen roest door deze proper te houden en schilder krassen regelmatig.
7 Storingen
Indien u een zwak of nuldebiet van het reinigingsmiddel ondervindt, controleer het
volgende:
7.1 CAT135
1. De filter kan worden belemmerd. Indien de filter beschadigd is, vervang deze.
2. Een vreemd voorwerp in de flexibele slang vastzitten. Koppel de flexibele slang los (24) van de elleboog
(25) en controleer deze door met een licht door te schijnen, of gebruik een sonde, zoals een stuk draad,
om te controleren.
3. De pomp krijgt misschien geen stroom. Controleer of de kabel correct aangesloten is. Controleer of de
schakelaar van de stroomtoevoer niet uitgeschakeld is. Indien ja, zoek de oorzaak alvorens opnieuw in te
schakelen.
4. De pomp kan versleten of verbrand zijn. Luister naar het geluid van de pomp. U moet kunnen horen of de
pomp probeert te draaien of stil is. Indien stil, moet deze worden omgewisseld. Indien de pomp probeert
te starten, vraag een gekwalificeerde vakman om het hinderend artikel te verwijderen
Waarschuwing
Doe geen elektrische herstellingen wanneer er nog reinigingsmiddel is. Voer geen elektrische herstellingen
indien u geen gekwalificeerd elektrotechnicus bent.
7.2 CAT220 - CAT340
1. De filter kan worden belemmerd. Reinig filterscherm (21). Indien de filter beschadigd is, vervang deze.
2. Een vreemd voorwerp in de flexibele slang vastzitten. Koppel de flexibele slang los (24) van de elleboog
(25) en controleer deze door met een licht door te schijnen, of gebruik een sonde, zoals een stuk draad,
om te controleren.
3. De pomp krijgt misschien geen stroom. Controleer of de kabel correct aangesloten is. Controleer of de
schakelaar van de stroomtoevoer niet uitgeschakeld is. Indien ja, zoek de oorzaak alvorens opnieuw in te
schakelen.
4. De pomp kan versleten of verbrand zijn. Luister naar het geluid van de pomp. U moet kunnen horen of de
pomp probeert te draaien of stil is. Indien stil, moet deze worden omgewisseld. Indien de pomp probeert
te starten, vraag een gekwalificeerde vakman om het hinderend artikel te verwijderen
Waarschuwing
Doe geen elektrische herstellingen wanneer er nog reinigingsmiddel is. Voer geen elektrische herstellingen
indien u geen gekwalificeerd elektrotechnicus bent.
4
®
CAT135-220-340 - NLFRENES - v1.0 15082013
NL