Tabblad configuration rapide (snelle configuratie)
Configureer uw powerline-adapter met wifi volgens de stappen in het menu 'Configuration rapide' (snelle
configuratie)
Point d'accès (hotspot): voegt een draadloze hotspot toe aan uw kabelnetwerk.
•
Selecteer Point d'accès (hotspot) en klik daarna op Suivant (volgende).
−
Voer een naam voor het wifinetwerk in als u de naam van het netwerk wilt wijzigen. Standaard
−
is dit CPL_WIFI_1200_2.4G_XXXXXX of CPL_WIFI_1200_5G_XXXXXX, afhankelijk van het type
netwerk dat u wilt gebruiken.
Selecteer het kanaal.
−
Selecteer het beveiligingsniveau en voer vervolgens de veiligheidscode in (deze staat op de
−
powerline-adapter met wifi).
Klik op Suivant (volgende).
−
Klik op Sauvegarder (opslaan) om uw instellingen op te slaan.
−
128
Tabblad Paramètres réseau (netwerkinstellingen)
PARAMETRES WI-FI (WIFI-INSTELLINGEN)
Op deze pagina kunt u het wifinetwerk instellen op 2.4 GHz of 5 GHz.
Sans fil (draadloos): wifi-instelling in- of uitschakelen.
•
Mode réseau (netwerkmodus): selecteer een geschikte modus, afhankelijk van uw draadloze clients.
•
11b: deze netwerkmodus biedt een draadloze snelheid tot 11 Mbps. Deze is alleen compatibel
−
met draadloze 11b-clients.
11g: deze netwerkmodus biedt een draadloze snelheid tot 54 Mbps. Deze is alleen compatibel
−
met draadloze 11g-clients.
11b/g: deze netwerkmodus biedt een draadloze snelheid tot 54 Mbps. Deze is alleen compatibel
−
met draadloze 11b/g-clients.
11b/g/n: deze netwerkmodus biedt een draadloze snelheid tot 300 Mbps. Deze is alleen
−
compatibel met draadloze 11b/g/n-clients.
SSID: toont de naam van het wifinetwerk (standaard is dit CPL Wi-Fi 1200_XXXXXX).
•
Diffusion du SSID (verzending van de SSID): selecteer Activé (ingeschakeld) om de powerline-adapter
•
toestemming te geven naar draadloze apparaten te zoeken. Deze optie staat standaard op Activé
(ingeschakeld). Als u deze optie uitschakelt, moeten draadloze apparaten de SSID (netwerknaam) van
de powerline-adapter kennen om een draadloze verbinding tot stand te kunnen brengen.
Canal (kanaal): met deze optie kunt u een kanaal selecteren. Deze optie staat standaard op
•
Autosélection (automatisch selecteren).
Bande passante du canal (bandbreedte van het kanaal): selecteer een geschikte bandbreedte om
•
de draadloze prestaties te verbeteren. Selecteer 20/40 wanneer het netwerk draadloze clients in
de modus 11b/g en 11n heeft. Selecteer 20 wanneer het netwerk alleen draadloze clients zonder
11n-ondersteuning heeft. Selecteer 40/80 om de snelheid te verhogen wanneer het draadloze netwerk
in de AC-modus staat.
129