b)
Om het risico van een exploderende accu te voorkomen, moet u zowel
deze instructies opvolgen, als die van de accufabrikant en de fabrikant van
de apparatuur die in de buurt van de accu wordt gebruikt. Raadpleeg de
waarschuwingen op deze producten en op de motor.
11) PERSOONLIJKE VOORZORGSMAATREGELEN
a)
Het is verstandig om iemand in de buurt te hebben die hulp kan verlenen
wanneer u bij een accu werkt.
b)
Zorg dat er voldoende schoon water en zeep binnen handbereik is, voor
het geval u accuzuur op uw huid of kleding of in uw ogen krijgt.
c)
Draag een veiligheidsbril die de ogen volledig afschermt en
beschermende kleding. Raak uw ogen niet aan wanneer u bij een accu
werkt.
d)
Was accuzuur dat op uw huid of kleding komt direct af met water en zeep.
Wanneer u zuur in uw ogen krijgt, dient u de ogen direct en gedurende ten
minste 10 minuten uit te spoelen met koud stromend water. Neem
onmiddellijk contact op met een arts.
e)
Rook NOOIT in de buurt van een accu of motor en houd vonken en open
vuur bij de accu of de motor weg.
f)
Wees extra voorzichtig om te voorkomen dat metalen gereedschap op de
accu valt. Hierdoor kan een vonk of kortsluiting in de accu of in andere
elektrische onderdelen ontstaan, waardoor er explosies kunnen optreden.
g)
Verwijder op het lichaam gedragen metalen voorwerpen, zoals ringen,
armbanden, halskettingen en horloges, als u met een accu werkt. Een
accu kan bij kortsluiting een stroom opwekken die sterk genoeg is om een
ring of iets dergelijks aan metaal vast te lassen. Daardoor kunnen ernstige
brandwonden ontstaan.
h)
Gebruik de lader alleen voor het opladen van loodzuur-/AGM-/lithium-
ijzerfosfaataccu's(LiFePO4). De lader is uitsluitend bedoeld voor
toepassingen met een startmotor en mag voor geen enkele andere
laagspanningstoepassing gebruikt worden. Gebruik de acculader niet voor
het opladen van drogecelaccu's die normaal voor huishoudelijke
apparaten worden gebruikt. Dergelijke accu's kunnen barsten en
persoonlijk letsel en schade aan eigendommen veroorzaken.
i)
Laad NOOIT een bevroren accu op.
12) VOORBEREIDING VAN HET OPLADEN
a)
Wanneer u de accu uit het op te laden voertuig moet verwijderen, moet u
altijd eerst de massaklem van de accu halen. Zorg dat alle accessoires in
het voertuig zijn uitgeschakeld, zodat geen vonkboog kan ontstaan.
b)
Zorg dat de omgeving rondom de accu goed geventileerd is terwijl de accu
wordt opgeladen.
c)
Reinig de accupolen. Zorg dat u geen roest in uw ogen krijgt.
d)
Vul elke cel bij met gedestilleerd water tot de zuuroplossing van de accu
op het door de accufabrikant voorgeschreven peil is. Vul nooit teveel bij.
Wanneer u een accu zonder verwijderbare celdoppen gebruikt, zoals
loodzuuraccu's met kleppen, dient u de instructies van de fabrikant voor
het opladen zorgvuldig te volgen.
e)
Raadpleeg alle specifieke voorzorgsmaatregelen van de accuproducten,
zoals maatregelen voor het al dan niet verwijderen van de celdoppen
tijdens het opladen en de aanbevolen laadspanning.
f)
Stel de spanning van de accu vast aan de hand van de gegevens in het
handboek van uw auto. Zorg dat de keuzeschakelaar voor de
1
47
uitgangsspanning op de juiste stand staat. Gebruik de lader alleen als de
accuspanning overeenkomt met de uitgangsspanning van de lader.
13) PLAATS VAN DE LADER
a)
Plaats de lader zo ver van de accu als de laadkabels toestaan.
b)
Plaats de lader nooit recht boven de accu die wordt opgeladen: de gassen
die vrijkomen zullen leiden tot corrosie en beschadiging van de lader.
c)
Voorkom dat accuzuur op de lader kan druppelen terwijl u het soortelijk
gewicht van het elektrolyt leest of de accu vult.
d)
Gebruik de lader niet in een gesloten ruimte en hinder nooit de ventilatie.
e)
Plaats een accu nooit bovenop een lader.
14) VOORZORGSMAATREGELEN VOOR LAADSTROOMAANSLUITINGEN
Zorg ervoor dat de schakelaars van de lader in de stand off staan en de
a)
netvoedingskabel uit het stopcontact is genomen voordat u de
aansluitklemmen van de laadsnoeren aansluit. De klemmen mogen elkaar
nooit raken.
b)
Bevestig de klemmen aan de accu en het chassis. Raadpleeg de
rubrieken 15(e), 15(f) en 16(b) tot en met 16(d) voor meer informatie.
15) VOLG DEZE STAPPEN ALS DE ACCU IN HET VOERTUIG IS
GEÏNSTALLEERD. DE ACCU KAN EXPLODEREN WANNEER ER VONKEN
IN DE BUURT VRIJKOMEN. U KUNT HET RISICO OP VONKEN BIJ DE
ACCU ALS VOLGT VERMINDEREN:
a)
Plaats de laadsnoeren en het netsnoer zo dat er zo min mogelijk risico op
beschadiging bestaat door de motorkap, portieren of bewegende
motoronderdelen.
b)
Blijf uit de buurt van ventilatorschoepen, riemen, poelies en andere
onderdelen die persoonlijk letsel kunnen veroorzaken.
c)
Controleer de polariteit van de accupolen. De PLUS-pool (POS, P, +)
heeft meestal een grotere diameter dan de MIN-pool (NEG, N, -).
d)
Ga na welke accupool met het chassis verbonden is (massa). Raadpleeg
(e) wanneer de minpool de massapool is. Dit is bij de meeste voertuigen
het geval. Raadpleeg (f) wanneer de pluspool de massapool is.
e)
Bij een voertuig met min aan massa moet de PLUS-klem (ROOD) van de
acculader worden verbonden met de PLUS-pool (POS, P, +) van de accu.
Verbind de MIN-klem (ZWART) met het voertuigchassis of het motorblok,
op enige afstand van de accu. Verbind de klem niet met de carburateur,
brandstofleidingen of carrosserieonderdelen van plaatstaal. Verbind de
klem met een dik metalen onderdeel van het chassis of motorblok.
h)
Bij een voertuig met plus aan massa moet de MIN-klem (ZWART) van de
acculader worden verbonden met de MIN-pool (NEG, N, –) van de accu.
Verbind de PLUS-klem (ROOD) met het voertuigchassis of het motorblok,
op enige afstand van de accu. Verbind de klem niet met de carburateur,
brandstofleidingen of carrosserieonderdelen van plaatstaal. Verbind de
klem met een dik metalen onderdeel van het chassis of motorblok.
i)
Koppel de lader als volgt los: zet de schakelaars van de lader op "off" en
haal het netsnoer uit het stopcontact. Maak daarna de klem van het
voertuigchassis los en ontkoppel tenslotte de klem van de accupool.
j)
Zie de gebruiksinstructies voor informatie over de laadduur.
16) VOLG DEZE STAPPEN ALS DE ACCU ZICH BUITEN HET VOERTUIG
BEVINDT. DOOR VONKEN NABIJ DE ACCU KAN DEZE EXPLODEREN. U
KUNT HET RISICO OP VONKEN BIJ DE ACCU ALS VOLGT
VERMINDEREN:
a)
Controleer de polariteit van de accupolen. De PLUS-pool (POS, P, +)
heeft meestal een grotere diameter dan de MIN-pool (NEG, N, -).
48