WAARSCHUWING
De huidige verbruiksgegevens knipperen.
Naast de huidige drukgegevens staat een
sterretje dat knippert.
17 - ALARMEN
BERICHT
ALARM F01
OVERBELASTING
ALARM F02
KORTSLUITING
ALARM F03
TE HOGE TEMPERATUUR VAN DE MODULE
ALARM F04
INGANGSSPANNING
ALARM F05
OPNEMER
REDEN
De omvormer beperkt de draaifrequentie van de
motor als gevolg van een overmatig verbruik van de
elektromotor.
Op de omvormer met deze waarschuwing is geen
drukopnemer aangesloten. Als er wel een opnemer is
aangesloten, is deze niet correct aangesloten.
De uitlezing van de opnemer heeft een verschil van 0,5
bar met de andere opnemers die op het netwerk van
omvormers zijn aangesloten.
REDENEN
Geeft een overmatig verbruik in de motor aan.
De motor heeft een kortsluiting of is doorgebrand.
Niet alle draden zijn aangesloten.
Interne fout in de omvormer.
De voedingsmodule heeft een zeer hoge temperatuur
bereikt, waardoor de betrouwbaarheid in het gedrang
komt.
De omvormer ontvangt geen elektrische stroom, of
bevindt zich buiten de boven- en ondergrenzen.
De omvormer ontvangt geen correcte waarde van de
drukopnemer.
168
VERKLARING / OPLOSSING
Controleer of de motorstroom overeenkomt met de
motorstroom die op het typeplaatje is aangegeven.
Haal de aansluitklemmen van de opnemer los en draai
de draden van de aansluitkabel om.
Het is aanbevolen de opnemer te vervangen als deze niet
correct uitleest.
OPLOSSING(EN)
Controleer of de nominale verbruiksgegevens correct
zijn ingevoerd.
Controleer of de pomp vrij draait en niet geblokkeerd
wordt.
Koppel de motor los van de omvormer en controleer of
de melding verdwijnt. Is dit niet het geval, neem dan
contact op met de dichtstbijzijnde technische dienst.
Controleer of alle kabels van de motor correct zijn
aangesloten op de motor zelf en ook op de omvormer.
Controleer ook of de bekabeling van de voeding van de
omvormer correct is.
Neem contact op met de dichtstbijzijnde technische dienst.
Zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur niet hoger
is dan de uitersten die in deze handleiding worden
vermeld.
Indien het op de pomp is gemonteerd, controleer
dan of de pomp een ventilator heeft en of de
ventilatorafdekking is gemonteerd.
Indien het op een muur is gemonteerd, controleer dan
of de ventilator van de bevestiging correct functioneert
wanneer de motor draait.
De stroomtoevoer naar de omvormer is onderbroken.
De voedingskabel van het elektriciteitsnet naar de
omvormer is losgekoppeld.
De elektrische spanning die de omvormer binnenkomt,
ligt buiten de grenzen die in het hoofdstuk Technische
gegevens zijn aangegeven.
De drukopnemer is in de omvormer verkeerd
aangesloten. De drukopnemer is kapot. De drukopnemer
heeft een ander bereik dan 4-20 mA.
NL