F
NL
2319-4-02/1
6. Démontage Isofix:
6.1 Dégagez les connecteurs
Isofix en appuyant sur les
boutons verts. Cette opéra-
tion est nécessaire pour
permettre un montage dans
un autre véhicule.
6. Uitbouw Isofix:
6.1 De Isofix connectoren
moeten uitgetrokken worden
door de groene knoppen in
te drukken. Dit is voor elke
uitbouw uit het voertuig
6.1
noodzakelijk.
2302F-4-01/1
6.2 Desserrez les connecteurs
Isofix en tirant sur les deux
boutons de déverrouillage.
6.2 Maak de Isofix
connectoren los door aan
beide
ontgrendelingsknoppen te
trekken.
6.2
2201F-4-01/1