9
Inbedrijfstellen
Gastoevoer
Controleer de gasaansluiting naar de ketel op lekkage. Indien lekkage wordt vastgesteld,
dient de aansluiting te worden hersteld alvorens het toestel te starten!
Ontlucht de gasleiding tot aan het gasblok.
Controleer de gassoort en verbrandingswaarde, raadpleeg eventueel uw gasbedrijf voor
verder informatie.
Controleer na (onderhouds-)werkzaamheden aan de ketel altijd alle gasvoeren-
de delen op dichtheid.
Condensafvoer
De sifon moet gevuld zijn voordat het toestel wordt gestart, om te voorkomen dat rook-
gassen via de sifon in de stookruimte geblazen worden.
Vullen van de sifon na montage.
Verwijder de sifon (7) van de aansluiting in het toestel. Vul deze met 0,3 l water en draai
deze handvast terug in de oorspronkelijke positie.
Rookgasafvoer en luchtinlaat
Controleer of de rookgasafvoer en luchtinlaat voldoen aan de lokaal geldende voorschrif-
ten. Installaties die niet voldoen aan de voorschriften, mogen niet inbedrijf genomen
worden.
Controleer of alle doorlaatopeningen vrij zijn.
De diameter van de rookgasafvoer en luchtinlaat mogen niet worden gereduceerd.
Voor ingebruikname is het aan te bevelen alle ketelaansluitleidingen en de in-
stallatie grondig te spoelen alvorens deze aan in gebruik te nemen, om eventu-
eel aanwezig vuil te verwijderen.
Waterdruk
Open de afsluiters naar het systeem. Controleer de waterdruk in het systeem:
Minimale bedrijfsdruk > 1.0 bar.
Hydraulisch systeem
Controleer of het toestel op dusdanige wijze is aangesloten, dat waterstroming over het
toestel tijdens bedrijf te allen tijde kan worden gegarandeerd. De waterstroming wordt
bewaakt middels een ∆T-bewaking, welke het toestel vergrendelt in geval van te lage
waterstroming.
Vullen en ontluchten van de ATAG QR en de verwarmingsinstallatie
De verwarmingsinstallatie wordt volgens de traditionele methode gevuld. De installatie
moet zowel tapwaterzijdig als cv-zijdig ontlucht zijn.
De waterdruk kan via de infotoets in bar worden afgelezen.
Zodra het vullen en ontluchten van de verwarmingsinstallatie is voltooid, is de ketel
gebruiksklaar.
Op een gepast tijdstip moet de water- druk nog eens worden gecontroleerd en moet er
eventueel water worden bijgevuld. (Tip: Voor u water bijvult, moet u de slang met water
vullen; op die manier wordt verkomen dat er lucht in het verwarmingssysteem dringt).
Ontluchtingsfunctie
Na inschakelen wordt een automatische, cv-zijdige ontluchting uitgevoerd, bijv. na het
voor de eerste keer vullen van de installatie. Daarbij wordt de installatie in de modus
veilige functie (symbool cirkel met streep) geschakeld. De pomp(en) worden een aantal
keren uit/aan geschakeld. De eventueel aanwezige 3-wegklep wordt in warmwaterpositie
geschakeld en de pomp(en) weer een aantal keren
71