1
Belangrijke veiligheids- en milieu-instructies
het laagste gedeelte van uw pro-
duct moet minstens 65 cm zijn.
Als de installatie-instructies
•
voor het gasfornuis een grotere
afstand aangeeft, dient hier re-
kening mee te worden gehouden.
Zorg ervoor dat uw netstroom
•
overeenkomt met de informatie
die staat op het typeplaatje van
het apparaat.
Gebruik het apparaat nooit als de
•
stroomkabel of het apparaat zelf
beschadigd is.
Vermijd schade aan de stroomka-
•
bel door knijpen, buigen of wrijven
langs scherpe randen. Houd de
stroomkabel uit de buurt van hete
oppervlakken en open vuur.
Gebruik het apparaat uitsluitend
•
met een geaard stopcontact.
WAARSCHUWING: Sluit het ap-
paraat niet op het stroomnetwerk
aan totdat de installatie volledig is
afgerond.
Plaats het apparaat zodanig dat
•
de stekker altijd toegankelijk is.
De verlichting na langdurige wer-
•
king niet aanraken. De lampen
zijn heet en kunnen uw handen
verbranden.
Volg de voorschriften op die
•
door de deskundige autoriteiten
Afzuigkap / Gebruikershandleiding
zijn bepaald wat betreft de luch-
tafvoer (deze waarschuwing is
niet van toepassing bij gebruik
zonder rookkanaal).
Zet het apparaat aan nadat er
•
een pan op de kookplaat is gezet.
Anders kan de hoge warmte in
sommige delen van uw product
vervorming veroorzaken.
Zet de kookplaat uit voordat u de
•
pan van de kookplaat haalt.
Laat geen hete olie achter op de
•
kookplaat. Pannen met hete olie
kunnen in brand vliegen.
Let op uw gordijnen en andere
•
afdekkingen, want olie kan bij de
bereiding van bijvoorbeeld patat
in brand vliegen.
Vetfilters moeten minstens eens
•
per maand worden vervangen.
Koolstoffilters moeten minstens
eens per 3 maanden worden ver-
vangen.
Het product moet worden gerei-
•
nigd in overeenstemming met
de gebruikershandleiding. Als bij
reiniging de gebruikershandlei-
ding niet wordt opgevolgd, kan er
brandgevaar ontstaan.
Gebruik in plaats van het huidige
•
filter geen filtermaterialen die
niet vuurbestendig zijn.
41 / NL