Instellen van de schaaftafels
(Fig.5)
Beide schaaftafels zijn in de fabriek afgesteld en vragen géén
nastelling.
Bij het ingebruiknemen van de machine, en na het wisselen van de
schaafmessen moet de uitgangstafel perfect afgesteld staan t.o.v.
de schaafmessen. Om dit te vergemakkelijken is er een handig
hulpmiddeltje dat u zelf kunt maken: neem een vierkant geschaafd
hardhouten balkje van ongeveer 30 cm lengte en plaats het op de
uitgangsschaaftafel (zie tekening). Plaats nu het merkstreepje "0"
juist gelijk met de snijkant van een schaafmes en draai de schaafas
1 toer. Wanneer de messen het balkje over 2 à 3 mm verplaatsen
hebt u een optimale afstelling van de messen uitgevoerd. Indien dit
niet het geval is moet de afstelling van de schaafmessen nagezien
en gecorrigeerd worden. Controleer de afstelling met het balkje op
Fig.5
beide zijden van de uitgangschaaftafel. Er bestaan bij uw dealer
handige magneetinstelapparaten die dit werk ook vergemakkelijken. Deze moeten wel gekozen worden
passend voor een schaafasdoormeter van 90mm.
Het instellen van de uitgangstafel op messenhoogte gebeurt na het lossen van de spanbout (1) door
middel van de meegeleverde sleutel en het plaatsen van de bedienhendel in de tafel. (2)
Vergrendel de spanbout na het instellen zorgvuldig.
Vlakschaafgeleiding
(Fig.6)
De vlakschaafgeleiding kan in de breedte verschoven worden na het lossen van hendel (1).
Het onderhoekstellen van de schaafgeleiding op elke gewenste hoek tussen 90° en 45° kan gebeuren
door het lossen van hendel (2) en het bedienen van hendel (3).
De gewenste hoek kan afgelezen worden op de gradenverdeling (4).
Na het instellen van de gewenste hoek moet men de klemhendel (2) goed aanspannen.
De 45° aanslagbout bevindt zich onderaan de steun, de 90° aanslagbout bovenaan de
schaafgeleidingssteun.
Fig.6
11
SD410 - S410 V0114
Deutsch
English
Français
Nederlands