6) VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR
KETTINGZAGEN
a) Houd bij een in werking zijnde zaag
alle lichaamsdelen op een veilige
afstand tot de kettingzaag. Verge-
wis u vóór het starten van de zaag
dat de kettingzaag niets raakt. Bij
het werken met een kettingzaag kan
een moment van onoplettendheid
ertoe leiden dat bekleding of lichaams-
delen door de kettingzaag vastgegre-
pen worden.
b) Houd de kettingzaag altijd met
uw rechterhand aan de achterste
handgreep en uw linkerhand aan de
voorste handgreep. Het vasthouden
van de kettingzaag in een omgekeer-
de werkhouding verhoogt het risico
voor verwondingen en mag niet toege-
past worden.
c) Houd het elektrische gereedschap
uitsluitend aan de geïsoleerde
handgreepoppervlakken vast om-
dat de zaagketting in contact met
verborgen stroomleidingen of met
het netsnoer kan komen. Het contact
van de zaagketting met een spanning-
voerende leiding kan metalen appa-
raatonderdelen onder spanning zetten
en tot een elektrische schok leiden.
d) Draag beschermbril en gehoorbe-
scherming. Bijkomende bescher-
mingsuitrusting voor hoofd, han-
den, benen en voeten wordt aan-
bevolen. Passende beschermende
kledij doet het gevaar afnemen voor
verwondingen door rondslingerend
spaanmateriaal en een toevallige aan-
raking van de kettingzaag.
e) Werk met de kettingzaag niet op
een boom. Bij de werking van de
kettingzaag op een boom bestaat er
gevaar voor verwondingen.
f) Let op een vaste stand en gebruik
de kettingzaag enkel als u op een
vaste, veilige en effen grond staat.
Een glibberige ondergrond of onsta-
biele standvlakken zoals op een lad-
der kunnen tot verlies van het even-
wicht of tot verlies van de controle
over de kettingzaag leiden.
g) Houd er bij het snoeien van een on-
der spanning staande tak rekening
mee dat deze laatste terugveert.
Wanneer de spanning in de houtve-
zels vrijkomt, kan de gespannen tak
de persoon, die de kettingzaag be-
dient, raken en/of de kettingzaag en
de controle over de kettingzaag afhan-
dig maken.
h) Wees uiterst voorzichtig bij het
snoeien van onderhout en jonge
bomen. Het dunne materiaal kan in de
kettingzaag verstrikt geraken en op u
slaan of u uit uw evenwicht brengen.
i) Draag de kettingzaag aan de voor-
ste handgreep in de uitgeschakelde
toestand, de zaagketting van uw
lichaam afgewend. Bij transport of
bewaring van de kettingzaag steeds
de beschermende afdekking opzet-
ten. Een zorgvuldige omgang met de
kettingzaag doet de waarschijnlijkheid
van een onopzettelijke aanraking van
de in werking zijnde kettingzaag afne-
men.
k) Volg de aanwijzingen voor de sme-
ring, de kettingspanning en de
wissel van toebehoren. Een onoor-
deelkundig gespannen of gesmeerde
ketting kan ofwel scheuren, ofwel het
risico voor terugslag doen toenemen.
l) Houd handgrepen droog, netjes en
vrij van olie en vet. Vettige, olieachti-
ge handgrepen zijn glibberig en leiden
ertoe dat u de controle verliest.
NL
59