VEILIGHEIDSWAAR-
SCHUWINGEN
Algemene
veiligheidswaarschuwingen voor
elektrisch gereedschap
WAARSCHUWING:
waarschuwingen, aanwijzingen, afbeeldingen en
technische gegevens behorend bij dit elektrische
gereedschap aandachtig door. Als u niet alle onder-
staande aanwijzingen naleeft, kan dat resulteren in
brand, elektrische schokken en/of ernstig letsel.
Bewaar alle waarschuwingen en
instructies om in de toekomst te
kunnen raadplegen.
De term "elektrisch gereedschap" in de veiligheidsvoor-
schriften duidt op gereedschappen die op stroom van
het lichtnet werken (met snoer) of gereedschappen met
een accu (snoerloos).
Veiligheidswaarschuwingen voor
een slijpmachine
Gemeenschappelijke veiligheidswaarschuwingen
slijp- en draadborstelwerkzaamheden:
1.
Dit elektrisch gereedschap is bedoeld voor
gebruik als slijp- of draadborstelgereedschap.
Lees alle veiligheidswaarschuwingen, instruc-
ties, afbeeldingen en technische gegevens die
bij dit elektrisch gereedschap worden gele-
verd. Als u nalaat alle onderstaande instructies te
volgen, kan dit leiden tot een elektrische schok,
brand en/of ernstig letsel.
Werkzaamheden zoals polijsten, schuren en
2.
doorslijpen worden niet aangeraden met dit
elektrisch gereedschap. Werkzaamheden waar-
voor dit elektrisch gereedschap niet is bedoeld
kunnen gevaarlijke situaties opleveren en tot
persoonlijk letsel leiden.
3.
Gebruik geen accessoires die niet specifiek
zijn ontworpen en aanbevolen door de fabri-
kant van het gereedschap. Ook wanneer het
accessoire kan worden aangebracht op uw elek-
trisch gereedschap, is een veilige werking niet
gegarandeerd.
Het nominale toerental van het accessoire
4.
moet minstens gelijk zijn aan het maximumto-
erental vermeld op het elektrisch gereedschap.
Accessoires die met een hoger toerental draaien
dan hun nominaal toerental kunnen stuk breken
en in het rond vliegen.
5.
De buitendiameter en de dikte van het acces-
soire moeten binnen het capaciteitsbereik van
het elektrisch gereedschap vallen. Accessoires
met verkeerde afmetingen kunnen niet afdoende
worden afgeschermd of beheerst.
Lees alle veiligheids-
6.
Als accessoires met schroefdraadbevestiging
worden aangebracht, moet de schroefdraad
overeenkomen met de asschroefdraad van de
slijpmachine. Als accessoires met flensbeves-
tiging worden aangebracht, moet het asgat van
het accessoire overeenkomen met de diameter
van de pasrand op de flens. Accessoires die
niet overeenkomen met de bevestigingshard-
ware van het elektrisch gereedschap, zullen niet
gebalanceerd draaien en buitensporig trillen, en
kunnen leiden tot verlies van controle over het
gereedschap.
Gebruik nooit een beschadigd accessoire.
7.
Inspecteer het accessoire, bijvoorbeeld een
draadborstel, vóór ieder gebruik op losse
of afgebroken draden. Nadat het elektrisch
gereedschap of accessoire is gevallen,
inspecteert u het op schade of monteert u een
onbeschadigd accessoire. Na inspectie en
montage van een accessoire, zorgt u ervoor
dat u en omstanders niet in het rotatievlak
van het accessoire staan, en laat u het elek-
trisch gereedschap draaien op het maximaal,
onbelast toerental gedurende één minuut.
Beschadigde accessoires breken normaal gespro-
ken in stukken gedurende deze testduur.
8.
Draag persoonlijke-veiligheidsmiddelen.
Afhankelijk van de toepassing gebruikt u een
spatscherm, een beschermende bril of een
veiligheidsbril. Al naar gelang de toepassing
draagt u een stofmasker, gehoorbeschermers,
handschoenen en een werkschort die in staat
zijn kleine stukjes slijpsel of werkstukfrag-
menten te weerstaan. De oogbescherming moet
in staat zijn rondvliegend afval te stoppen dat
ontstaat bij de diverse werkzaamheden. Het stof-
masker of ademhalingsapparaat moet in staat zijn
deeltjes te filteren die ontstaat bij de werkzaam-
heden. Langdurige blootstelling aan zeer intens
geluid kan leiden tot gehoorbeschadiging.
9.
Houd omstanders op veilige afstand van het
werkgebied. Iedereen die zich binnen het
werkgebied begeeft, moet persoonlijke-veilig-
heidsmiddelen gebruiken. Fragmenten van het
werkstuk of van een uiteengevallen accessoire
kunnen rondvliegen en letsel veroorzaken buiten
de onmiddellijk werkomgeving.
10. Houd elektrisch gereedschap uitsluitend vast aan
het geïsoleerde oppervlak van de handgrepen
wanneer u werkt op plaatsen waar het slijpacces-
soire met verborgen bedrading of zijn eigen snoer
in aanraking kan komen. Wanneer het slijpacces-
soire in aanraking komt met onder spanning staande
draden, zullen de niet-geïsoleerde metalen delen van
het gereedschap onder spanning komen te staan
zodat de gebruiker een elektrische schok kan krijgen.
Houd het snoer goed uit de buurt van het rond-
11.
draaiende accessoire. Als u de controle over het
gereedschap verliest, kan het snoer worden doorge-
sneden of bekneld raken, en kan uw hand of arm tegen
het ronddraaiende accessoire worden getrokken.
12. Leg het elektrisch gereedschap nooit neer
voordat het accessoire volledig tot stilstand is
gekomen. Het ronddraaiende accessoire kan de
ondergrond pakken zodat u de controle over het
elektrisch gereedschap verliest.
37 NEDERLANDS