EUFAB CD-40R Mode D'emploi page 16

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

2.4 Laden van de batterij in de gemonteerde toestand
Wij adviseren, de batterij niet in de gemonteerde toestand te laden. Tijdens het
laadproces zijn zuurspatten onvermijdelijk. Het zuur tast de lak en andere be-
standdelen van het voertuig aan. Bij een op het voertuig aangesloten batterij kan
de voertuigelektronica beschadigd worden. Neem de aanwijzingen vanwege de
fabrikant van het voertuig in acht. Lees hiervoor de gebruiksaanwijzing resp. het
onderhoudshandboek van de fabrikant van het voertuig. Vergewis u ervan dat de
netschakelaar aan de achterzijde van het toestel op OFF staat (zie af-
beelding) en de netstekker van het laadtoestel niet met het stopcontact
verbonden is. De stroomtoevoer moet beslist onvoorwaardelijk zijn. Sluit
de losse kabel (kabel met rode klem) aan het laadtoestel in overeenstem-
ming met de spanning van de te laden batterij op het laadtoestel aan.
Hiervoor schroeft u ofwel de dop van de 12 volt – ofwel die van de 24
volt aansluiting los en schuift u de kabelringschoen over de aansluiting.
Nu schroeft u de dop weer vast. Sluit de rode klem pluskabel op de met
„+" of „P" gemarkeerde pluspool van de batterij aan. Nu wordt de zwarte minkabel
geklemd op een niet-geïsoleerde plaats van de carrosserie die zo ver mogelijk van de
batterij en van de brandstofleiding gelegen dient te zijn. Zet de schakelaar laden /
starten voor het laden op het batterijsymbool. Schakel voor een snelle lading van de
bateterij de Boost-functie van het laadtoestel in of stel de minimale (MIN) laadstroom
in om de batterij behoedzamer te laden, zie afbeelding: Pas dan, helemaal op het
einde, wordt de netstekker van het laadtoestel in het 230V stopcontact gestoken en
de hoofdnetschakelaar van het toestel op ON gezet. Het toestel is nu inge-
schakeld en functioneert.
2.5 Laadstroom en laadduur
Tijdens het laadproces geeft de ampèremeter van het laadtoestel de actuele
laadstroom aan. De laadstroom neemt tijdens het laadproces af.
Wanneer de laadstroom nul nadert, is de batterij volledig gela-
den. Om door een overdreven lading veroorzaakte beschadigin-
gen van de batterij te vermijden, moet de laadstroom van de bat-
terij steeds gecontroleerd worden. De laadduur van de te laden
batterij hangt af van meerdere factoren, zoals bv. de capaciteit
van de batterij, de omgevingstemperatuur, de laadtoestand, het
vermogen van het laadtoestel etc. De exacte laadtoestand van de
batterij kan uitsluitend bepaald worden met een batterijzuurtes-
ter (batterijzuurdensimeter), waarmee men de specifieke dichtheid van de elektrolytvloeistof kan meten. Volgende dichtheidswaar-
den zijn van toepassing (kg/l bei 20 °C):
1,28 ≙ geladen batterij
1,21 ≙ half geladen batterij
1.14 ≙ ontladen batterij
Het is zeer belangrijk om het laadproces met korte tussentijden te observeren.
2.6 Beëindigen van het laadproces
Om het laadproces te beëindigen, schakelt u de netschakelaar aan de achterzijde van het toestel op OFF en verbreekt u de netstekker
van het toestel van het stopcontact. Daarna verwijdert u eerst de zwarte minklem. Daarna neemt u de rode plusklem van de pluspool
van de batterij af. Bij niet-onderhoudsvrije accu's dient u nu het vloeistofpeil van elke individuele batterijcel na te kijken en tot aan
de markering "Maximum" met gedestilleerd water aan te vullen. Gelieve in geen geval leidingwater te gebruiken. Dan worden de
celafsluitdoppen weer vast aangebracht. Nu dient u eventuele zuurspatten van het oppervlak van de batterij te verwijderen. Gebruik
daarvoor een oude stofrest die u na gebruik veilig en milieuvriendelijk moet afvoeren. Opgepast: batterijzuur is sterk bijtend. Gebruik
een veiligheidsbril en beschermhandschoenen (zie "Veiligheidsinstructies").
16

Publicité

Table des Matières
loading

Ce manuel est également adapté pour:

16519

Table des Matières