Functiemapping
De functies F0 – F16 kunnen via CV 33 – 50 (PAR 061 – 078)
vrij gemapt worden.
Zie hiervoor de tabel op pagina 35.
Voorbeeld voor de functiemapping:
Op F5 moet AUX2 schakelen
-> CV 39 (PAR 067) op de waarde 1 programmeren
Op F7 moet LR, LV en de rangeerstand schakelen
-> CV41 (PAR 069) op waarde
(64 + 32 + 16) = 112 programmeren.
Afremtraject (CV 27)
Voor het starten van een afremtraject zijn de volgende
mogelijkheden in te stellen:
Bit 0: Afremmen met asym. digitaalspanning op de linker rail
Bit 1: Afremmen met asym. digitaalspanning op de rechter
rail
Bit 4: Afremmen met tegengepoolde gelijkspanning
Bit 5: Afremmen met gelijkgepoolde gelijkspanning
Bit 6: Afremmen met diode de rechter rail
Bit 7: Afremmen met diode de linker rail
Verdere instellingen voor een afremtraject kunnen met
CV 121 (PAR 021), CV 122 (PAR 022) en CV 123 (PAR 023)
geprogrammeerd worden. Let daarbij op de CV-tabel vanaf
pagina 8.
30
Foutgeheugen
De decoder herkent een te hoog stroomverbruik of een te
hoge temperatuur en slaat de overeenkomstige waarde op
in CV 30 / PAR 030. De decoder toont dit door knipperende
frontverlichting, tot het foutgeheugen door een willekeu-
rige waarde overschreven wordt. Zo is een fout ook dan
zichtbaar als deze is opgetreden in een niet zichtbaar
modelbaangebied.
Bit 0
Waarde 1 Temperatuuroverschrijding
Bit 1
Waarde 2 Te hoge stroom naar motor
Bit 2
Waarde 4 Te hoge stroom naar functie-uitgangen
Bit 3
Waarde 8 Kortsluiting motor tegen rail
Bit 7
Waarde 128 Algemene motorstoring (bij. blokkering)
Temperatuursensor
De ingebouwde temperatuursensor werkt in een meetge-
bied van 0 – 850 C. Om een juiste werking mogelijk te maken
moet de sensor éénmalig gekalibreerd worden. Hiervoor
de loc met de decoder ca. 20 minuten laten staan, tot de
decoder de omgevingstemperatuur heeft aangenomen en
aansluitend in de CV 137 (PAR 117) de actuele ruimtetempe-
ratuur in ° C instellen.
Bij het overschrijden van de in CV 118 (PAR 138) ingestelde
temperatuur, wordt de loc gestopt en zal pas na voldoende
afkoeling weer met de ingestelde snelheid verder rijden.
Daarnaast wordt in het foutgeheugen in bit 0 de waarde 1
weggeschreven.