Wij wijzen erop dat onze gereedschap-
pen overeenkomstig hun bestemming
niet geconstrueerd zijn voor commerci-
eel, ambachtelijk of industrieel gebruik.
Wij geven geen garantie indien het ge-
reedschap in ambachtelijke of industrië-
le bedrijven alsmede bij gelijk te stellen
activiteiten wordt gebruikt.
4. Technische gegevens
Generator: ........................... synchroon
Bescherming type: .................... IP23M
Continuvermogen P
Maximumvermogen
P
(S2 2 min.): .................... 2800 watt
max
Nominale spanning U
Nominale stroom I
Frequentie F
: ......................... 50 Hz
nenn
Type aandrijfmotor:
............................. viertakt luchtgekoeld
Cilinderinhoud: ........................208 cm³
Max. vermogen: ............. 4,1 kW/5,6 pk
Brandstof: ........................ autobenzine
Tankinhoud: .................................... 15 l
Motorolie: .................. ca. 0,6 l (15W40)
Verbruik bij 2/3 belasting: ......ca. 1,1 l/u
Gewicht: ................................... 41,5 kg
Geluidsdrukniveau L
Geluidsvermogens-
niveau L
..............................96 dB(A)
WA
Onzekerheid K: .....................1,4 dB(A)
Vermogensfactor cos ϕ: .....................1
Vermogensklasse: ........................... G1
Temperatuur max: ........................40°C
Opstelhoogte max.
(boven zeespiegel): .................. 1000 m
Bougie: .....................................F7 RTC
TCPG_2800_EX_BE_SPK7.indb 35
TCPG_2800_EX_BE_SPK7.indb 35
(S1): 2300 watt
nenn
: .....2 x 230V~
nenn
: .................. 10 A
nenn
: ...........76 dB(A)
pA
- 35 -
NL
Werkmodus S1 (continubedrijf)
De machine kan continu met het opge-
geven vermogen worden gebruikt.
Werkmodus S2 (korte-tijdbedrijf)
De machine mag kortstondig met het
opgegeven vermogen worden gebruikt.
Daarna moet de machine een tijdje stil-
staan om oververhitting te voorkomen.
5. Vóór inbedrijfstelling
5.1 Montage
•
Monteer de standvoet, de wielen en
de schuifbeugel zoals voorgesteld
in de fig. 6 tot 8.
•
Monteer alle onderdelen voordat u
het toestel met brandstof en olie vult
om te voorkomen dat vloeistoffen
uitlopen.
•
Om de wielen te monteren schuift
u eerst de wielas doorheen de
houders aan de onderkant van de
benzine aggregaat en brengt u dan
de wielen aan zoals voorgesteld in
fig. 7. Let er bij het monteren van de
wielen op dat de kant van de wielen
met de hogere wielnaaf naar het
toestel wijst omdat anders de wie-
len tegen het frame slepen.
5.2 Elektrische veiligheid:
•
Elektrische toevoerkabels en aan-
gesloten to estellen dienen in een
perfecte staat te zijn.
•
Er mogen enkel toestellen worden
aangesloten waarvan de spanning
overeenkomt met de uitgangsspan-
ning van de benzine aggregaat.
•
Nooit de benzine aggregaat met het
stroomnet (stopcontact) verbinden.
17.05.16 09:27
17.05.16 09:27